Beeldspraak berust op vergelijking

Vergelijking

Je vergelijkt een object (waar het om gaat), met een beeld (datgene waarnaar de vergelijking verwijst).
Het beeld wordt ingeleid door bijvoorbeeld ‘als, zoals, net als’ of een vorm van het werkwoord ‘lijken’.

Voorbeelden:

Asyndetische vergelijking

Een asyndetische vergelijking is een vergelijking zonder verbindingswoord (als).
(Grieks: a = niet, syn = samen, de = binden)

Voorbeelden:

Homerische vergelijking

Een homerisch vergelijking is een vergelijking die wordt uitgewerkt met allerlei bijzonderheden.
De homerische vergelijking dankt haar naam aan Homerus, de dichter van de Ilias en de Odyssee, waarin dit type vergelijking veel voorkomt.

Voorbeeld:
Was zoo de zee? Neen, neen, een stad geleek
Ze, pleinen en straten in de kermisweek,
Boerinne' en boeren, en muziek en dans
In de herbergen en in lichten krans
Om elke markt de snuisterijenkramen.
Of als een koning komt en alle ramen
Zijn licht des avonds en uit ieder dak
Een witte vlag. Zoo was de zee, er stak
Een vlag van alle gevels, achter 't raam
Der golven brandden rijen lichten, saam
Liep heel het volk.
(Uit: Mei van Herman Gorter)

Metafoor

Een metafoor is ook een vergelijking, maar hier wordt alleen het beeld gegeven.
De werkelijkheid waarnaar verwezen wordt, blijft buiten beschouwing.

Voorbeelden:

Personificatie

Een levenloze zaak wordt als iets levends (menselijks) voorgesteld.

Voorbeelden: