Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je
- aangeven wat je kunt doen om je tekst goed leesbaar te maken;
- een woordspeling herkennen en gebruiken;
- een alliteratie herkennen en gebruiken;
- omschrijven waarom je jargon, archaïsch taalgebruik, dure woorden en barbarismen beter kunt vermijden.