Opdracht 2
Wat heb je nodig?
Wat ga je doen?
- Leg de liniaal zo op tafel dat deze 10 cm uitsteekt.
- Druk het uiteinde van de lineaal dat op tafel ligt met je platte hand op tafel
- Trek kort het uiteinde van lineaal dat uitsteekt naar beneden zodat de liniaal trilt.
- Herhaal deze stappen ook voor 13, 15, 17 en 20 cm.

1. wat gebeurt er met de toon?
2. Zie je de lineaal sneller of minder snel trillen?
3. Bedenk wat het verband is tussen het trillen en de toon.