De anatomie van het mannelijk geslachtsorgaan is behandeld. Maar wat is de functie van deze geslachtsorganen? We behandelen ze één voor één.
- De penis: brengt het zaad in de vrouwelijke voortplantingsorganen.
- De voorhuid: de kliertjes hierin scheiden een vettige stof (smegma) af, dat zich ophoopt tussen de eikel en voorhuid.
- De drie zwellichamen: bestaan uit erectiel weefsel. Ze vullen zich bij seksuele opwinding met bloed, waardoor de penis opzwelt en stijf wordt.
- De teelballen: produceren sperma (vloeistof bestaande uit zaadcellen en zaadvocht). De productie begint in de puberteit en gaat door tot op hoge leeftijd (Zelman et al., 2017).
- De sterk gekronkelde zaadbuisjes: hier worden de zaadcellen geproduceerd. De vorming van de zaadcellen vindt plaats onder invloed van het hormoon FSH. Ook het mannelijk geslachtshormoon, testosteron, wordt door de cellen in deze zaadbuisjes geproduceerd (de cellen van Leydig). Deze cellen worden door het hormoon LH gestimuleerd. Testosteron stimuleert spiergroei, maakt mannelijk, zorgt voor lichaamsbeharing, toename van zweet en talgproductie (Baar, Bastiaanssen, & Jochems, 2013).
- De bijbal: een verzamelplek van de rijpe spermacellen tot de eerstvolgende ejaculatie (zaadlozing).
- De zaadleider: voor het transporteren van de zaadcellen.
- De urinebuis: voor het transporteren van sperma en urine.
- De zaadblaasjes: hier komt 2/3de van het zaadvocht vandaan. Zij geven een geelachtige vloeistof af, die de zaadcellen voedt en activeert.
- De prostaat: produceert 30 procent van het zaadvocht. Het scheidt vocht uit dat de beweeglijkheid van de zaadcellen stimuleert en daarbij de zuurgraad van de mannelijke urinebuis en de vagina neutraliseert.
- De bulbo-urethrale klieren: 5 procent van het zaadvocht is afkomstig van deze klieren. Bij seksuele opwinding geven ze helder vocht af in de urinebuis (Zelman et al., 2017).