Anatomie

Het mannelijk geslachtsorgaan bestaat uitwendig uit de penis/piemel en het scrotum/balzak (de zakvormige huidplooi achter de penis). De glans penis/eikel is het iets dikkere uiteinde van de penis. Deze wordt bedekt door de voorhuid/preputium penis. Er bevinden zich drie zwellichamen/corpus cavernosum penis in de penis. Deze zwellichamen kunnen zich vullen met bloed. In het scrotum liggen de testikels/zaadballen/teelballen. Ze bevinden zich buiten het lichaam, voor de zaadproductie is namelijk een lagere temperatuur nodig dan de normale lichaamstemperatuur. In de testikels liggen sterk gekronkelde zaadbuisjes/de tubuli seminiferi, hierin worden de zaadcellen geproduceerd. Bij het verlaten van het lichaam passeren ze de epididymis/bijbal, om vervolgens via de ductus deferens/zaadleider door te reizen naar de urinebuis/urethra. De accessoire klieren produceren het zaadvocht. De accessoire klieren bestaan uit de zaadblaasjes/vesiculae seminales (aan weerszijden van de onderkant van de blaas), de prostaat/glandula prostata (gelegen onder de blaas) en de bulbo-urethrale klieren/glandula bulbo-urethralis (gelegen onder de prostaat) (Zelman et al., 2017). Zie figuur 2.

Figuur 2. Het voortplantingsstelsel van de man. Overgenomen uit Voortplanting en ontwikkeling van I. Cambungo, 2015 (https://maken.wikiwijs.nl/61033/Voortplanting_en_ontwikkeling). Copyright 2015, I. Cambungo.