Ademhalen heeft als functie het uitwisselen van zuurstof en koolstofdioxide. We ademen gemiddeld 12 x per minuut in en uit.
Het middenrif (diafragma) is een koepelvormige spier die tussen de buikholte en de borstholte ligt.
Als het middenrif (diafragma) zich samentrekt, plat de koepel af en worden de longen naar beneden getrokken. De borstholte wordt vergroot en er ontstaat onderdruk waardoor de lucht naar binnen stroomt. De buikorganen worden naar beneden geduwd. Bij een diepere inademing wordt de borstkas door de ribben en de tussenribspieren ook wijder en wat opgetrokken.
Omdat de longen via de vliezen aan de hele borstkas en aan het middenrif vastzitten, volgen zij de bewegingen waarbij volumeveranderingen optreden. De longen liggen in een uitgerekte toestand in de borstkas.
Bron:Handboek sportmassage basisboek, Willem Snellenberg, 2003