Er is een verschil tussen gaswisseling en ademhaling. Ademhaling is het verversen van de lucht in de longen met behulp van een groot aantal spiergroepen. Gaswisseling is het proces in de capillairen waarbij de gassen als koolstofdioxide en zuurstof onderling worden uitgewisseld in het bloed. In de longen geeft bloed dat terugkomt van de organen koolstofdioxide af en neemt het zuurstof op. In de weefsels gebeurt dit ook nog een keer, maar dan precies omgekeerd. Het bloed neemt koolstofdioxide op uit de weefsels en geeft zuurstof af aan de weefsels.
Bron afbeelding: www.biologielessen.nl
Zuurstof transport vindt plaats door de rode bloedcellen. De rode bloedcellen bezitten voor dit zuurstoftransport een speciaal eiwit genaamd hemoglobine. Hemoglobine bestaat eigenlijk uit vier samenwerkende eiwitten. Centraal in deze vier eiwitten ligt de heemgroep. Deze heemgroep bezit weer een ijzeratoom waaraan zuurstof zich kan binden. Hemoglobine dat zuurstof heeft gebonden noemen we oxyhemoglobine. Hemoglobine zonder gebonden zuurstof noemen we deoxyhemoglobine.
Bij ademhaling neemt het hemoglobine van de rode bloedcellen zuurstof op in de longen en geeft het hemoglobine en het bloedplasma koolstofdioxide af aan de longen. De opgenomen zuurstof wordt getransporteerd naar de mitochondriƫn van de cellen. Met behulp van deze zuurstof wordt in een proces dat we verbranding noemen glucose afgebroken tot CO2, H2O en energie. De vrijgekomen energie bestaat uit ATP en warmte.
Bron: website biologielessen.nl
Het is goed in herinnering te brengen dat de ademhaling een dubbele taak heeft. Naast de aanvoer van zuurstof via de longen naar het bloed, zorgt diezelfde zuurstof voor de verbranding van voedingsstoffen in de cellen, waarbij energie wordt vrijgemaakt. De afbraakproducten en CO2 worden weer afgevoerd via het bloed en afgegeven aan de longen.
Bron:Handboek sportmassage basisboek, Willem Snellenberg, 2003