De mondholte ondersteunt de in- en uitademing (bij een verstopte neus of bij hijgen) zorgt voor klankvorming bij spreken, zingen en fluiten. Klankvorming treedt op tijdens de uitademing.
Inademing door de mondholte heeft als nadeel dat de lucht minder bewerkt kan worden vergeleken met neusademhaling.
Uitademing door de mondholte geeft de mogelijkheid tot klankvorming. De uitgeademde lucht stroomt langs de stembanden, deze gaan trillen waardoor geluid gevormd wordt.
Bron tekst en afbeelding: Functionele Anatomie van de Mens, Ludo Gregoire, 1990, Handboek sportmassage basisboek, Willem Snellenberg, 2003