Werkwoorden zijn doe-woorden. In een zin kunnen meerdere werkwoorden zitten.
Let op: er bestaan ook splitsbare werkwoorden! Om te bepalen of het losse woord bij het werkwoord hoort moet je de infinitief gebruiken (het hele werkwoord, dus de wij-vorm). Als je die aan elkaar schrijft, weet je dat het ook een werkwoord is.
Als je het niet aan elkaar schrijft is het woord een voorzetsel.
Als je de werkwoordspelling nog lastig vindt staat bij de extra opdrachten een filmpje met de uitleg van de werkwoordspelling. Maar maak eerst de makkelijke of moeilijke oefeningen. Succes!