Kosten
Je kunt zomaar niet spreken over kosten. Als we over kosten spreken, dan moet daar altijd een eenheid bij. Je spreekt over, de kosten per zeug of de kosten per big. Zo ook wordt gesproken over de kosten per tijdseenheid. De kosten in een bepaalde periode. Meestal spreken we over de kosten per jaar.
Uitgaven
Niet alles wat je uitgeeft, hoeft direct een kostenpost te zijn. Je zult vast wel eens geld geleend hebben aan iemand. Dit geld geef je wel uit, maar dit zijn geen kosten voor jou. Zo ook op een varkensbedrijf. Er wordt bijvoorbeeld geld van een lening terugbetaald aan de bank (aflossen). Dit geld wordt uitgegeven, maar is geen kostenpost. Ook wanneer er in een bepaald jaar nieuwe kraamhokken gekocht worden voor bijvoorbeeld€80.000,-, geef je dat geld uit. Je kunt niet zeggen nu zijn dit jaar mijn kosten€80.000,- . De kraamhokken gaat veel langer mee dan alleen dit jaar. Het bedrag zal over meerdere jaren verdeeld moeten worden. Wanneer je rekent met kosten per tijdseenheid, dus per jaar, dan moet je goed in de gaten houden, dat wat je betaalt, je in datzelfde jaar ook verbruikt. Betaal je nu voor iets dat je volgend jaar pas verbruikt, dan moet je die kosten ook voor het volgend jaar rekenen. Het omgekeerde kan ook: goederen kunnen dit jaar aangevoerd en verbruikt zijn, terwijl je ze pas volgend jaar betaalt. De kosten tellen dan toch voor dit jaar, het jaar van verbruik. Dus om de kosten per jaar uit te kunnen rekenen, moet je dus bijhouden hoeveel voorraad er is.
Geldstroom
Constant is er een goederenstroom van en naar het bedrijf. Producten worden aangevoerd en afgevoerd. Daartegenover staat natuurlijk een geldstroom. Wat aangevoerd wordt, moet in de meeste gevallen betaald worden. Voordat er opbrengsten gemaakt kunnen worden, moeten er kosten gemaakt worden.
Vlottende productiemiddelen
Er moeten productiemiddelen worden aangeschaft. Sommige productiemiddelen, zoals kunstmest en veevoer, zijn spoedig verbruikt en geven tamelijk direct resultaat; men noemt ze de vlottende productiemiddelen. Zij worden verbruikt gedurende een productieproces. De kosten hiervan noemen we variabele kosten.
Hieronder een overzicht van vlottende productiemiddelen.
Duurzame productiemiddelen
Andere productiemiddelen, zoals grond, gebouwen en werktuigen, kan men jarenlang gebruiken. Het zijn de duurzame of vaste productiemiddelen. De kosten moeten over meerdere jaren verdeeld worden. De kosten van deze middelen behoren tot de vaste kosten. Daarnaast moet op elk bedrijf arbeid worden verricht. De arbeidskosten nemen vanwege hun eigen aard een aparte plaats in. Zij worden meestal tot de vaste kosten gerekend. gewichten van de dieren schatten. Ook groei van dieren is een opbrengst, hoewel deze nog niet in geld is omgezet. In de varkenshouderij zijn verschillende bedrijfssystemen. We kennen topfokbedrijven, subfokbedrijven, vermeerderingsbedrijven en vleesvarkensbedrijven. Tot de laatste twee zullen we ons hier beperken.
Overige kosten
Tenslotte zijn er nog kosten die vaak van te geringe omvang zijn om afzonderlijk te worden genoemd als een kostensoort. Deze kosten worden samen aangeduid als overige kosten. Dit zijn b.v. autokosten, telefoonkosten, abonnementen, contributies, heffingen, administratiekosten, verzekering en onroerend zaak belasting. In begrotingen en eventueel in saldoberekeningen worden voor de algemene kosten vaak normen gehanteerd. Dit houdt niet in dat de algemene kosten voor alle bedrijven even hoog zullen zijn. Er zijn zeer vele factoren welke de hoogte van de algemene kosten op een bedrijf beïnvloeden.
Kosten varkenshouderij
Rare jongens die varkenshouders! Ze betalen eerst geld voor het afval van anderen bedrijven. Voeren met dat afval hun varkens, die er mest van produceren. Vervolgens wordt er flink geld betaald om de mest kwijt te raken. Het kost wat om kosten te kunnen maken!
Voer
De voerkosten zijn in de varkenshouderij een nog belangrijker kostenpost dan in de melkveehouderij. De totale kostprijs van een big of een kg varkensvlees bestaat voor ongeveer de helft uit voerkosten. Het gaat hier over het algemeen om aangekochte mengvoeders. Eigen geteelde krachtvoeders worden in Nederland weinig gebruikt. In de ons omringende landen is dat anders: daar worden veel eigen geteelde granen aan de varkens gevoerd. De teelt van Corn Cob Mix (CCM) is echter interessant geworden de laatste jaren. Zeker nu dit, in combinatie met andere bijproducten, op het bedrijf gemengd kan worden tot brijvoer. Veel bedrijven zoeken een verlaging van de voerkosten door te investeren in een brijvoerinstallatie, in combinatie met het gebruik van bijproducten.
Dieren
Op een veehouderijbedrijf werkt men met dieren die moeten produceren. Wanneer de dieren onvoldoende produceren, te oud zijn of ziek, worden ze vervangen. Daarvoor in de plaats komen jonge dieren, die of zelf gefokt of aangekocht worden. Een vleesvarkensbedrijf moet al de dieren waarmee het produceert aankopen. De aankoop van deze dieren is natuurlijk een kostenpost. In de economie tellen we deze toch vaak aan de opbrengsten kant. We spreken namelijk over de post omzet en aanwas. Met omzet bedoelen we dan de verkopen van dieren min de aankopen van dieren.
Mest
Varkenshouderijbedrijven zijn heel vaak bedrijven met geen of weinig grond. Men spreekt van de intensieve veehouderij of de niet-grondgebonden veehouderij. De mest die de dieren op de bedrijven produceren, moet afgezet worden.
Vroeger was mest een gewild product. Door mest te gebruiken werden gronden vruchtbaarder. De zandgronden profiteerden het meest van deze mest. Mest bracht geld op! Tegenwoordig worden er echter zoveel dieren gehouden, dat er een overproductie aan mest is. De overheid heeft de aanwending van organische mest aan regels gebonden. Dit om uitspoeling van mineralen tegen te gaan. De mest moet nu over grotere afstanden vervoerd worden, naar gebieden met weinig dieren en veel akkerbouwgronden. Zelfs moet er mest geëxporteerd worden. De afzet van mest kost geld. De mestkosten kunnen van bedrijf tot bedrijf zeer sterk verschillen afhankelijk van o.a.
- mestafzetmogelijkheden op het eigen bedrijf
- mestcontracten
- de kwaliteit van de mest
- evt. heffing
Overige kosten
Naast de hierboven genoemde kosten van voer en mest zijn er natuurlijk ook in de varkenshouderij tal van andere kostenposten die gemaakt moeten worden om biggen of varkensvlees te kunnen produceren. Ook hier is energie en water nodig. Ook hier leveren KI-vereniging en dierenarts diverse diensten. Dit zijn in verhouding tot de eerder genoemde posten, vrij kleine bedragen per dier. Dat wil niet zeggen dat zij daardoor minder belangrijk zijn. Zeker in de intensieve veehouderij, waar veel dieren gehouden worden, maken veel kleine een grote.