Uitleg
Bijwoorden geven aan hoe vaak iets gebeurt.
- Sue rarely wears jeans. Sue draagt zelden een spijkerbroek.
- It's often cold. Het is vaak koud.
Het bijwoord vindt je meestal...
- vóór het hoofdwerkwoord
- She never asks me out. Ze vraagt me nooit uit.
- He usually has cool ideas. Hij heeft vaak coole ideeën.
- maar ná een vorm van to be (am/are/is/was/were)
- I am sometimes worried. Ik maak me soms zorgen.
- They are always late. Ze zijn altijd laat.
- én in de present perfect na have/has
- I have never seen this. Ik heb dit nooit gezien.
- She has often flown in a helicopter. Ze heeft vaak in een helikopter gevolgen.