Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kan ik:
- omschrijven wat wordt bedoeld met een debat;
- aangeven wat het doel van een debat is;
- van een stelling aangeven of deze wel of niet geschikt is voor het houden van een debat;
- argumenten voor en argumenten tegen een stelling bedenken;
- aangeven waar ik op moet letten als ik deelneem aan een debat;
- deelnemen aan een (school)debat.