Leerdoelen:
Aan het eind van de les kun je:
Er zijn verschillende winkelvormen waarin agrarische producten worden verkocht. Deze vormen verschillen in locatie, aanbod, doelgroep en sfeer. Hieronder een korte uitleg van de belangrijkste winkelvormen:
(Super)markt
Boerderijwinkel
Speciaalzaak
Tuincentrum
Webshop
Bij het opzetten van een winkel moeten ondernemers rekening houden met meerdere factoren:
| Winkelconcept | Omschrijving | Plaats | Producten | Vaardigheden personeel |
|---|---|---|---|---|
| Boerderijwinkel | Een winkelruimte dat is aangelegd bij een boerderij. | Meestal bij een boerderij. | Eigen geproduceerde producten zoals zuivelproducten, honing, vlees, eieren, enz. en andere streekproducten. | Het personeel weet veel van de producten en het productieproces. |
| Markt | Met producten een marktkraam inrichten (meestal meerdere keren per week). Geen permanente vestigingsplaats. | Een plek midden in de stad of dorp. | Vaak specialisatie, bijv. groenten en fruit, kaas en noten, brood en banket, enz. | Het personeel weet veel van de producten en moet van aanpakken weten. Ze moeten tegen weersomstandigheden kunnen. |
| Speciaalzaak | Een winkel waarin alles netjes wordt gepresenteerd. | Midden in stad of wijk. | Diep assortiment met kwalitatief goede producten. | Het personeel weet heel veel van de producten en heeft veel kennis. |
| Supermarkt | Grote winkel met meerdere kassa’s en een informatiebalie. | Midden in een stad of wijk. | Een heel breed assortiment met veel keuze in producten en veel aanbiedingen. | Het personeel is netjes en beleefd, maar heeft weinig kennis van de producten. |
| Tuincentrum | Grote winkel met kassen. | Vlak bij de stad of dorp, vaak aan de rand. Ruime parkeermogelijkheden. | Een heel breed assortiment. | Het personeel is netjes en beleefd. Ze hebben kennis van de producten. |
Een assortiment kan worden omschreven aan de hand van twee belangrijke eigenschappen: breedte en diepte.
Een breed assortiment betekent dat een winkel veel verschillende productgroepen aanbiedt.
Een smal assortiment betekent dat een winkel zich richt op slechts een paar productgroepen.
Een diep assortiment betekent dat een winkel veel varianten binnen een bepaalde productgroep aanbiedt.
Een ondiep assortiment betekent dat een winkel weinig varianten binnen een productgroep heeft.