Heb je het leerdoel bereikt?
R: Ik weet waar de plaats en tijd in een Engelse zin moeten staan en ik ken de chunks waarmee ik iemand kan uitnodigen.
T2: Ik kan iemand uitnodigen en reageren op een uitnodiging.
I: Ik kan een feestje plannen en daarvoor een uitnodiging schrijven, of een poster maken.