Met zijn tweeën (met dezelfde klasgenoot als bij Aan de slag 1 en 3) maak je de volgende opdracht.
Neem de resultaten van Aan de slag 1 en 3 voor je.
Schrijf nu een slot van ongeveer zestig woorden dat bij je tekst past.
In het slot kom je terug op de hoofdgedachte uit de inleiding.
Je sluit je tekst af met een originele uitsmijter.