Deze opdracht behoort tot concept E: Ruilen over tijd.
Na het maken van de opdracht kun je:
een definitie geven van investeren.
(met behulp van voorbeelden) het verschil aangeven tussen vaste kapitaalgoederen en vlottende kapitaalgoederen.
(met behulp van voorbeelden) het verschil aangeven tussen uitbreidingsinvesteringen en vervangingsinvesteringen.
(met behulp van voorbeelden) het verschil aangeven tussen netto-investeringen en bruto-investeringen.
(met behulp van voorbeelden) het verschil aangeven tussen breedte-investeringen en diepte-investeringen.
omschrijven wat wordt bedoeld met afschrijving.
een balans van een onderneming lezen.
Kernbegrippen:
investeren
vaste kapitaalgoederen en vlottende kapitaalgoederen
uitbreidingsinvesteringen en vervangingsinvesteringen
breedte-investeringen en diepte-investeringen
afschrijving.