Taal in informele gesprekken

Taal in informele gesprekken;

In alledaagse gesprekken hebben veel mensen de gewoonte om slordig Nederlands te praten. Ze spreken woorden maar half uit en ze praten erg snel.

Voorbeelden: slordig Nederlands

Slordig taalgebruik geeft vaak geen problemen. Dat komt doordat je als luisteraar onbewust de ontbrekende klanken aanvult. De luisteraar merkt dus niet dat je je woorden maar half uitspreekt. Mensen voor wie Nederlands niet hun moedertaal is, merken het wel. Zij zullen niet altijd begrijpen wat je bedoelt. Het is belangrijk dat je je hiervan bewust bent als beroepskracht MZ.

In informele gesprekken is het taalgebruik van mensen ook vaak wat losser. Informeel taalgebruik houdt in dat je andere, minder officiële woorden gebruikt, zinnen half afmaakt en niet alles even serieus bedoelt. ‘Hoi’, ‘doei’, ‘jip’, ‘tuurlijk’ en ‘effe’ zijn voorbeelden van informeel taalgebruik.

Je begrijpt dat je in contact met mensen voor wie Nederlands niet de moedertaal is, voorzichtig moet zijn met informeel taalgebruik. Datzelfde geldt voor het gebruiken van uitdrukkingen en gezegdes, bijvoorbeeld: ‘snel op de teentjes getrapt zijn’, ‘met het verkeerde been uit bed gestapt zijn’ en ‘met de deur in huis vallen.’ Niet iedereen begrijpt wat je daarmee bedoelt.