In dit stukje worden er situaties gegeven. Er wordt van je verwacht dat je een verwachting opschrijft, maar wat wordt hier nu mee bedoelt? Er wordt van je verwacht dat je vanuit het plaatje opschrijft wat je denkt dat:
De eerste situatie is:
Geef dus aan welke kant de doos op beweegt en leg uit waarom, leg uit welke kant de netto kracht is en hoe groot deze is & als laatst moet je uitleggen of je denkt dat de doos aan het versnellen is; aan het remmen is of een constante snelheid heeft.
Een voorbeeld van een willekeurige situatie die niet gelijk is aan een van deze situaties:
De snelheid van de doos is naar links, want het is een snelhied van 12 m/s en er is een weerstand die naar rechts gaat.
De Netto kracht is naar rechts en is gelijk aan:
Je mag deze formule gebruiken omdat beide krachten naar rechts waren.
Fnetto is in tegenovergestelde richting van de snelheid, dus is de doos aan het remmen.
Herhaal dit voor de volgende 4 situaties: