1. anfangen
2. enden
3. zuhören
4. lesen
5. sehen
6. wiederholen
7. der Stadtplan
8. der Zebrastreifen
9. der Weg
10. das Haus
11. das Gebäude
12. der Parkplatz
13. Viel Erfolg!
14. gehen
15. nach
Aufgaben 2.1
a. Vertaal de bovestaande woordenlijst. Sommige woorden kun je misschien zelf al raden en anders zoek je de woorden op in een (digitaal) woordenboek zoals: uitmuntend.de of vandale.nl.b. Leer de woordjes
c. Maak onderstaande toets. Sla je bewijs van deelname op!