4.1 Wörterliste

1. die Treppe
2. die Fahrkarte
3. der Zug / die Bahn
4. der Bahnhof
5. das Gleis
6. 2. Klasse
7. fahren
8. kaufen
9. kosten
10. einsteigen
11. aussteigen
12. umsteigen
13. ankommen
14. nächste
15. vorige
16. diese
17. jede
18. Wie spät fährt der Zug ab?
19. Gute Reise!

Aufgaben 4.1
a. Vertaal de bovestaande woordenlijst. Sommige woorden kun je misschien zelf al raden en anders zoek je de woorden op in een (digitaal) woordenboek zoals: uitmuntend.de of vandale.nl.
b. Leer de woordjes.
c. Maak onderstaande toets. Sla je bewijs van deelname op