1. die Linie
2. der Bus
3. die Bushaltestelle
4. das Auto
5. die Autobahn
6. das Schiff
7. das Flugzeug
8. der Flughafen
9. das Fahrrad
10. Rad fahren / Fahrrad fahren
Aufgaben 6.1
a. Vertaal de bovestaande woordenlijst. Sommige woorden kun je misschien zelf al raden en anders zoek je de woorden op in een (digitaal) woordenboek zoals: uitmuntend.de of vandale.nl.
b. Leer de woordjes.
c. Maak onderstaande toets. Sla je bewijs van deelname op