Hoewel het steeds dezelfde energie is geven we die energie in verschillende situaties een andere naam. Voor alle energie soorten geldt: je kunt er iets mee doen.
1) Veerenergie: dit is de energie die voorwerpen hebben die kunnen veren en in gespannen toestand staan.
2) Stralingsenergie: dit is de energie die in straling zit. De meeste straling is trouwens pure energie.
3) Bewegingsenergie: dit is de energie die voorwerpen hebben die bewegen. Deze energiesoort wordt vaak kinetische energie genoemd.
4) Zwaarte energie: dit is de energie die voorwerpen hebben die kunnen vallen.
Je mag zelf bepalen waar je de zwaarteënergie nul noemt. Meestal is dit op de grond maar het kan bijvoorbeeld ook de bodem van een kuil zijn.
5) Elektrische energie: dit is de energie die voorwerpen hebben die elektrisch geladen zijn en waar dus elektrische spanning op staat.
6) Magnetische energie: dit is de energie die voorwerpen van ijzer, nikkel of kobalt hebben die zich in de buurt van een magneet bevinden. De magnetische energie wordt meer als de voorwerpen verder van de magneet af gaan.
7) Chemische energie: dit is de energie die opgeslagen zit in de moleculen van een stof. Bij chemische reacties komt deze energie vrij als warmte en stralingsenergie.
8) Kernenergie: dit is de energie die opgeslagen zit in de kernen van atomen. Bij kernreacties komt deze energie vrij als warmte en stralingsenergie.