Stap 1
Je hebt inmiddels je gesprek gevoerd. Reflecteer op dat gesprek door jezelf de volgende vragen te stellen:
- Met wie heb je gesproken?
- Wat gebeurde er terwijl je aan het praten was?
- Wat deed jou goed? Waarom?
- Waar zat de moeite in het gesprek?
- Wat was de waarde van het gesprek?
- Welke behoeften zijn vervuld in dit gesprek (verbondenheid, afstemming, bijdrage, erkenning, zinvolheid)? En welke niet?
- Wat was de doelstelling, de intentie van het gesprek – van jouw kant? En van de ander?
- Is die doelstelling, wat jou betreft, gerealiseerd? En wat vindt de ander ervan?
- Wat ging je goed af, wat kan beter?
- Wat deed de ander goed?
- Aan welk punt ga je in de toekomst meer aandacht besteden?
Bron: Het gesprek aangaan, Erik Boers en Nico Swaan
|