De les wordt opgesplitst in 2 delen.
Het eerste gedeelte van de les is gericht op de theorie.
Het tweede gedeelte van de les is gericht op de praktijk.
Deel 1
Opdracht 1:
Maak een woordweb. Waar denk jij aan bij het onderwerp strijken? Welke spullen heb je hiervoor nodig?
Opdracht 2:
Bespreek je woordweb met 2/3 medestudenten, welke overeenkomsten zijn er in jullie woordwebben?
Opdracht 3:
Bekijk nu de instructiekaart strijken, komt het overeen met het beeld wat je had van strijken? Komen de spullen die je nodig hebt overeen? Dit wordt vervolgens klassikaal besproken.
Deel 2
Opdracht 1:
Ga in groepjes van 2 personen aan de slag met het uitvoeren van de instructiekaart.
Bijvoorbeeld: de een leest hem voor, terwijl de ander de stappen uitvoert. Vervolgens wissel je van beurt.
Opdracht 2:
Bespreek met je medestudent wat er goed ging en wat je nog lastig vind.