Van stad naar agglomeratie

Tot 1800 was Amsterdam veruit de grootste stad van het land en een echte primate city. Maar toen in de negentiende eeuw de grote trek van het platteland naar de steden begon, richtten de migranten zich op meerdere steden. In West-Nederland groeide niet alleen Amsterdam, maar ook Den Haag, Rotterdam en Utrecht.

Elke stad kreeg een eigen taak. Den Haag, waar al heel lang de leden van het koningshuis woonden, werd het nationale bestuurscentrum. Rotterdam groeide uit tot een internationale haven- en industriestad. Utrecht, dat centraal ligt, groeide door de aanleg van sppor- en autowegen uit tot het nationale distributie- en vergadercentrum. Amsterdam ontwikkelde zich tot een belangrijk diensten- en toeristencentrum.

Na 1900 groeiden veel steden over hun stadsgrens heen en ze slokten omringende gemeenten op. De stad werd een agglomeratie.

Bron 13 Van stad naar stedelijk gebied

 

Bekijk hier de groei van de stad Amsterdam

Bekijk hier de groei van de stad Utrecht