Verantwoording

Verantwoording vakdidactiek

Onderdeel van onderzoek en ontwerpen 3

 

Het vakdidactiek gedeelte van het vak onderzoek en ontwerpen 3 (O en O 3) gaat over een windmolen project. Dit project is voor de GSR Rijswijk geschreven met de aardrijkskunde docent daar en herschreven voor het vakdidactiek gedeelte.

 

Het project bestaat uit vier verschillende gedeeltes. Het eerste deel gaat vooral over waarom, waar en wat de maatschappelijke voor en tegens zijn van het plaatsen van een windmolen. In het tweede gedeelte leren de leerlingen over het gebruik van energie en het rendement van een windmolen te berekenen. In deel 3 gaan de leerlingen aan de slag met het rekenen aan een windmolen en hoeveel die op kan brengen in theorie. In deel vier gaan de leerlingen aan de slag met verschillende practica om uit eindelijk het laatste practica te kunnen maken.

 

De eerste drie delen zijn een voorbereiding voor de leerlingen. Dit is vooral theorie voor de leerlingen. De eerste twee practica is een voorbereiding voor de leerlingen voor het praktische gedeelte van de eindopdracht. De leeropbrengst van de leerlingen is vooral oefenen in het maken van schakelingen en het rekenen met elektrische schakelingen. Dit moeten de leerlingen doen zodat ze uiteindelijk practica drie kunnen maken. In practicum drie moeten de leerlingen namelijk een elektrische schakeling maken met daar in een windmolen. In de schakeling kunnen ze dan aan de hand van de spanning en de stroomsterkte die de windmolen levert het vermogen bepalen van hun zelfgemaakte windmolen. Als de leerlingen dit gedaan hebben kunnen ze uiteindelijk het rendement van hun zelfgemaakte windmolen berekenen.

 

De keuze om op deze wijze het hoofdstuk te geven is omdat via practica leerlingen meer leren dan de traditionele manier van lesgeven (NVON, 2018). Om de meeropbrengst van het practicum te maximaliseren zijn de eerste twee voorbereidend. De leerlingen maken elektrische schakelingen op de manier zoals zij in hoofdstuk elektriciteit geleerd hebben. Dit hebben ze nodig om het eind practicum te kunnen uitvoeren (NVON, 2016). Het eindpracticum wordt ondersteund uit de theorie die de leerlingen leren in de eerste drie delen van dit project.

 

De modeltekst opdracht in opdracht 8. Zien de leerling mijn tekst over een kerncentrale. In de tekst wordt kort omschreven de werking van een kerncentrale aan de hand van een afbeelding uit het boek. De leerlingen moeten eenzelfde soort tekst maken over een kolencentrale die ook uit het boek komt. In de beide afbeeldingen staan onderdelen van de centrale aangewezen aan de hand van cijfers. In de modeltekst komen die cijfers terug en de leerlingen gaan dus ook de cijfers uit hun plaatje gebruiken in hun eigen tekst.

 

Bij de opdracht staat ook omschreven hoeveel woorden er gebruikt moeten worden en verder staan er nog wat schrijf eisen om ervoor te zorgen dat de leerlingen een mooie tekst schrijven.

 

 

NVON. (2018). Theorie leren via practica? Geraadpleegd op 6 november 2020, van https://nvon.nl/nvox/theorie-leren-via-practica

NVON. (2016). Illustratieve practica: zinloos of zinvol? Geraadpleegd op 6 november 2020, van https://nvon.nl/nvox/illustratieve-practica-zinloos-of-zinvol