Een aantal andere belangrijke zaken;
Vragen stellen;
Door vragen te stellen laat je zien dat je aandacht hebt voor de ander en zijn verhaal. Maar de ene vraag is de andere niet. Er zijn goede vragen en slechte vragen, maar wat een goede en wat een slechte vraag is, is meestal op voorhand niet te zeggen. Vragen moeten aansluiten op het verhaal van de spreker. Maar dit geldt niet altijd. Een vraag kan ook bedoeld zijn om de spreker weer op het juiste ‘vertelpad’ te krijgen, bijvoorbeeld als hij te veel details vertelt. Meer hierover in schoolweek 9..
Samenvatten en ordenen;
Als luisteraar help je de spreker wanneer je van tijd tot tijd op een rijtje zet wat hij tot dan toe verteld heeft. Door de kern weer te geven van wat jullie tot dan toe besproken hebben, breng je ordening aan in het gesprek. Op deze manier help je de spreker.
Analyseren;
Soms is het nodig het verhaal van de ander te analyseren. Analyseren houdt in: ontleden, ontrafelen, uitpluizen, onderzoeken. Het betekent dus dat je als luisteraar dieper op een bepaald punt ingaat, bijvoorbeeld om oorzaken te achterhalen of om verbanden te leggen.
Bij analyseren is het belangrijk je af te vragen wiens behoefte centraal staat. Als persoonlijk begeleider MZ wil je ergens dieper op ingaan, maar wil de cliënt dat ook? Wil de cliënt niet, dan kun je beter ophouden met analyseren.
Analyseren kan inhouden dat je als luisteraar vragen stelt aan de ander.