Gezondheidszorg

U kiest voor sterke rassen die geschikt zijn voor de biologische landbouw. Ook door goede voeding, verzorging en leefomstandigheden zorgt u voor een natuurlijke weerstand tegen ziekten van uw dieren.

Diergeneesmiddelen
U gebruikt bij voorkeur natuurlijke en homeopathische geneesmiddelen. U mag onder verantwoording van de dierenarts een gangbaar geneesmiddel of antibioticum gebruiken. De wachttijd moet u verdubbelen. Preventief gebruik van gangbare geneesmiddelen en antibiotica is niet toegestaan.

Hoeveel behandelingen mag u doen?
U mag per jaar maximaal 3 behandelingen per individueel dier met gangbare geneesmiddelen doen. Dieren die korter dan één jaar leven, mag u maximaal één keer behandelen met gangbare geneesmiddelen.
Behandelingen tellen als volgt mee:

De volgende behandelingen tellen niet mee:

U heeft het dier vaker behandeld dan toegestaan. Wat nu?
U mag het dier en zijn producten niet meer als biologisch verkopen.

Medicijnregistratie
U moet al het gebruik van diergeneesmiddelen registreren. U verdubbelt de wachttijd van elk geneesmiddel en noteert dit.
Is er voor een geneesmiddel geen wachttijd bepaald, dan geldt een wachttijd van minimaal 48 uur.

Hormonen
U mag niet preventief hormonen gebruiken om de groei, productie, vruchtbaarheid of voortplanting te regelen. Alleen als een individueel dier ziek is, mag u hormonen als diergeneeskundige behandeling toedienen (curatief gebruik). U doet dit alleen op voorschrift van de dierenarts.

Ingrepen
U mag geen staarten couperen, tanden knippen enzovoort.

Kalmerings- en dwangmiddelen
Gebruik van deze middelen, bijvoorbeeld bij transport, is niet toegestaan.

Vleesvarkens castreren
Castreren is toegestaan. De castratie moet u onder verdoving uitvoeren op de meest geschikte leeftijd. U castreert onder verantwoording van de dierenarts.

Kunstmatige voortplanting
Kunstmatige inseminatie is toegestaan. Andere vormen van kunstmatige voortplanting, zoals bijvoorbeeld embryotransplantatie of werken met gesekst sperma, is niet toegestaan.

Dieren vastzetten (aanbinden)
Dieren vastzetten of aanbinden mag niet. Alleen als de veiligheid van een individueel dier in gevaar komt, mag u het dier korte tijd vastzetten. Dit geldt bijvoorbeeld voor een onrustige zeug rondom het werpen.