U voert uw dieren biologisch voer. Het diervoeder moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
Minimaal 20% van het voer moet van het eigen bedrijf of uit de regio komen.
Voorlopig mag 5% van het diervoer nog bestaan uit grondstoffen uit de gangbare landbouw.
Aan het dagrantsoen voor varkens moet u ook ruwvoer toevoegen.
Moedermelk biggen
Jonge zoogdieren voert u bij voorkeur moedermelk. Als dit niet kan, mag u de jonge zoogdieren biologisch melkpoeder geven.
Biggen mag u alleen biologisch melkpoeder voeren als de zeug niet genoeg melk geeft en de gezondheid van de big in gevaar komt. De zoogperiode voor biggen is minimaal 40 dagen.
Voer van eigen percelen
Voer van percelen die in omschakeling zijn, mag u in het 'tweede jaar van de omschakeling' voeren aan uw dieren.
Percelen in het eerste jaar van de omschakeling mag u niet gebruiken voor uitloop of het produceren van eigen voer.