Ontmoeten
In een ontmoeting laten mensen iets van zichzelf zien en worden zij geraakt. Wat maakt een ontmoeting betekenisvol?
Wat heb je nodig?
- De webquest
- Blad met afbeeldingen: begroetingen(zie webquest)
Stap 1, inleiding (5 minuten).
Lees het verhaal:
Ik stapte in de trein. Er was een plaatsje vrij bij het raam. Ik vroeg aan een meneer met een rood/witte stok of ik naast hem mocht zitten. Het mocht.
Zit je lekker? vroeg hij.
Ik moest lachen, Ik wel, en u?
Hij zei dat hij er wel een beetje klaar mee was. Hij moest drie keer per week naar het ziekenhuis voor zijn ogen en zat dan de hele dag in de trein.
De meneer bleef maar praten. Hij vertelde dat hij elke week belde met zijn dochter. En dat hij opa was van een heleboel klein kinderen en dat hij het zo gezellig vond dat ze langs kwamen. En dat zijn vrouw gestorven was, hij dacht elke dag aan haar. Ik zag zijn ogen glinsteren, maar hij kon mij niet zien. 10 minuten later moest ik uitstappen.
Dank u wel, voor uw mooie verhaal, zei ik. Ik gaf hem een hand, hij kneep erin. Toen moest ik echt gaan. Ik denk nog vaak aan hem.
Bespreek met elkaar: Wat vind je mooi aan het verhaal? Wat vind je minder aan het verhaal? Wat was er bijzonder aan deze ontmoeting? Hoe zou de meneer zich voelen nadat het meisje was uitgestapt?
Lees het verhaal:
Ik fietste van school naar huis. Er kwam een trein aan, dus de spoorboom ging dicht. Toen ik stond te wachten kwam mijn buurjongen aangefietst.
Hoi, zei. Ga je ook naar huis?
Nee, ik moet de stad in, ik zou een cadeautje kopen voor mijn moeder.
Is ze jarig?
Ja, morgen. De spoorbomen gaan weer open.
Ik fiets gauw door, zei de buurjongen.
Oke! Alvast gefeliciteerd!
Zo, dus de buurvouw is morgen jarig. Weten we dat ook weer.
Wat maakt iemand tegenkomen, anders dan, iemand ontmoeten?
Wat vind jij fijn als je iemand ontmoet? Zijn er ook dingen die je niet prettig vindt? Kan iemand die je maar één keer hebt gezien net zo belangrijk zijn als iemand die je goed kent? Wanneer vergeet je een ontmoeting nooit meer?
Stap 2, opdracht(15 minuten).
Speel de vormen van ontmoetingen uit. Neem in tweetallen een kaartje met een afbeelding en speel dit samen uit. Vraag je bij elk spel af: Is dit een ontmoeting of komen ze elkaar tegen? en waarom?
Stap 3, afsluiting(5 minuten).
Denk na en praat met elkaar over de volgende vragen:
Wie zou jij graag willen ontmoeten? Waarom zou je dat graag willen? Wat zou deze ontmoeting zo speciaal maken?