Been(weefsel)

Beenweefsel bestaat uit beencellen met daartussen een tussencelstof die veel kalk en weinig lijmstof bevat. De grote hoeveelheid kalk maakt het bot stevig. De kleine hoeveelheid lijmstof maakt het bot enigszins buigzaam, en daarom minder breekbaar.

Beencellen liggen in kringen onder elkaar. Als je een bot dwars doormidden zaagt, zul je daarom ringen zien. Deze rangschikking zorgt ervoor dat het bot erg stevig is, maar niet zwaar weegt. In het midden van zo'n ring bevinden zich bloedvaten (en lymfevaten) die het beenweefsel van voedingsstoffen en zuurstof voorzien en afvalstoffen afvoeren.

Beenweefsel bekeken onder een elektronenmicroscoop.

Schematische tekening van beenweefsel.