3.5 adembeweging


De diepte van de ademhaling en de aantal ademhalingen per minuut zeggen veel over de toestand van de zorgvrager. Daarom is het belangrijk om goed te kijken en te luisteren.


Ademhalingsfrequentie
De normale frequentie (het aantal ademhalingen) van een volwassenen in rust ligt tussen de twaalf en twintig ademhalingen per minuut. Minder dan twaalf ademhalingen per minuut wordt "bradypnoe" genoemd. Bij een frequentie van meer dan twintig spreken we van een "tachypnoe"
Als iemand tijdelijk stopt met ademen, noemen we dit apneu.

Diepte van de ademhaling
De diepte van de ademhaling kan afwijken doordat deze te oppervlakkig is of juist te diep. Een oppervlakkige ademhaling kun je bij veel aandoeningen zien. Denk hierbij aan b.v. COPD, astma en pijn.


Symmetrie van de ademhaling
Hierbij wordt gekeken of de bewegingen van de ademhaling gelijk zijn. Bij een klaplong kan bijvoorbeeld worden gezien dat 1 kant van de borstkast (de kant met de klaplong) minder beweegt dan de andere, gezonde kant.


Gebruik van de hulpademhalingsspieren
Hierbij wordt gekeken of de zorgvrager extra spieren inzet om te ademen. De hulpademhalingsspieren zijn de spieren die vastzitten aan de ribben, nekwervels, het borstbeen, het sleutelbeen en de schedel. Je ziet bij gebruik hiervan bijvoorbeeld opgetrokken schouders of aangespannen spieren in de hals.

https://www.youtube.com/watch?v=6QbaDiOcs5w