5.3 chronische ziekte

COPD is een chronische ontstekingsaandoening van de longen, waarbij sprake is van een toegenomen aantal slijm- producerende slijmbekercellen in de luchtwegen. In een verdere fase van de ziekte is ook pus in de luchtwegen te zien.
De cellen in de luchtwegen worden langzaam vervangen door plaveiselcelepitheel. Plaveiselcelepitheel komt normaal gesproken voor op plaatsen waar het lichaam tegen wrijving moet kunnen, zoals de huid. Het ontstaan van plaveiselcelepitheel in de luchtwegen betekent dus dat daar veel irritatie optreedt, zoals bij COPD het geval is.
In de beginfase van COPD zijn alleen de kleine luchtwegen ontstoken. Bij iemand waarbij de COPD is ontstaan door roken, kan de ontsteking in deze fase nog herstellen zonder littekenvorming. Mits er optijd gestopt wordt met roken. De beginfase van COPD is dus nog omkeerbaar. Stopt deze persoon niet met roken, dan breidt de ontsteking zich uit en ontstaan er littekens. De littekenvorming is onomkeerbaar. De ontstekingen en de littekenvorming zijn samen verantwoordelijk voor het ontstaan van de luchtwegobstructie. De luchtwegobstructie is een van de twee belangrijkste kenmerken van COPD.