Je zult misschien wel denken : '''Waarom moet ik het bezittelijk voornaamwoord leren in het Frans?''. Een aantal van jullie zullen in de zomervakantie naar Frankrijk gaan. Stel je hebt vrienden gemaakt op de camping, dan kan je met het bezittelijk voornaamwoord deze dingen aan je vrienden vertellen:
Regarde! c'est mon frère, Tom. ça, c'est sa tent. Nous habitons aux Pays-Bas. Ma maison est très grande. J'adore ma chambre.
Vertaling:
Kijk! Dat is mijn broer, Tom. Dat is zijn tent. Wij wonen in Nederland. Mijn huis is heel groot. Ik hou van mijn kamer.
Aan het einde van de les kan je: