Als je tegen een collega zegt: ‘ik word doodmoe van dat gezeur van je’ is je doel dat ze ophoudt met zeuren. Maar het gevolg zal eerder zijn dat ze nog meer gaat ‘zeuren’. Je collega voelt zich aangevallen en gekwetst. Wanneer ze na jouw boodschap haar mond zou houden, dan voelt dat voor haar alsof ze jou gelijk geeft. Dat zal ze absoluut niet willen.
Let er eens op of jij in het contact met anderen helder of troebel communiceert. Kom jij voor je behoeften uit, zeg je wat jij wilt, of geef je de ander vooral de boodschap dat hij moet veranderen?
Heldere communicatie
‘Ik zou hier graag in alle rust met je over willen praten.’
‘Dat heb je al gezegd. Ben je bang dat ik je niet begrijp?’
‘Ik wil graag op tijd naar huis. Ik stel voor ons te concentreren op het werk dat gedaan moet worden.’
‘Ik voel me in het nauw gedreven, als je zo fel reageert.’
‘Ik zou graag willen dat je me uit laat praten.’

Troebele communicatie
‘Ik word doodmoe van dat gezeur van je.’
‘Zo schieten we geen meter op. Ik stel voor dat we nu vaart maken.’
‘Wist je dat je vaak volledig doordramt?’
‘Meestal begin jij met ruzie maken.’
(In groepsgesprek) ‘Zullen we het centraal houden?’