10.5 Behandeling

Hypochondrie wordt veelal behandeld door een combinatie van cognitieve gedragstherapie en medicatie. Bij hypochondrie gaat het voornamelijk om denkfouten welke moeten worden vervangen door meer realistische gedachten. Bij elke pijn of sensatie moet meer realistisch worden gedacht. Heeft iemand bijvoorbeeld hoofdpijn, dan moet de gedachte aan een hersentumor worden gewijzigd in een meer aannemelijke verklaring, bijvoorbeeld een drukke week of slaaptekort.

Naast de cognitieve gedragstherapie kan er medicatie worden gegeven ter ondersteuning. Deze medicatie kunnen verschillende verminderen zoals bij pijnklachten (pijnmedicatie), spanningsklachten (rustgevende medicatie), angstklachten (angstreducerende medicatie) of bij stemmingsklachten (antidepressiva).