Gedragsregels voor de omgang
Gedragsregels voor de omgang met anderen
- Laat zien dat je de ander wilt helpen
- Wees vriendelijk naar collega’s en clienten
- Bied hulp aan
- Houd rekening met de wensen van de ander
- Wees gastvrij
2. Ga met respect met de ander om. Respect is; de ander in zijn waarde laten
- Laat de ander in zijn waarde, ook als je het niet met hem eens bent
- Luister naar de ander
- Respecteer dat iedereen anders is
- Praat niet over mensen maar met hen
- Sta open voor kritiek
- Geef een compliment als iemand het goed doet
3. Zorg voor een professionele houding
- Ken je taken en verantwoordelijkheden
- Volg aanwijzingen op
- Werk volgens de regels
- Stel vragen als je iets niet weet
- Vraag hulp als je dat nodig hebt
- Meld bijzonderheden bij je leidinggevende
4. Wees integer. Dat betekent; eerlijk en betrouwbaar
