Leesbevordering

Het woord leesbevordering zegt eigenlijk al wat het is: het bevorderen van lezen.

Leesbevordering is het stimuleren van lezen door het aanbieden van en werken met kinderboeken.

Waarom is leesbevordering belangrijk?

Doe je aan leesbevordering in de klas, dan voldoe je meteen aan kerndoel 9 van het SLO:

De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.

Als kinderen het lezen eenmaal leuk vinden, zullen ze het ook meer gaan doen en daardoor dus ook technisch beter gaan lezen. Kilometers maken, noemen we dat in het onderwijs.

Kortom: zorg in je klas voor een aantrekkelijke leesomgeving en zorg ervoor dat kinderen met zoveel mogelijk boeken in aanraking (kunnen) komen. Vaak organiseren scholen motiverende leesactiviteiten in de klas en doen ze mee met landelijke leesbevorderingsprogramma’s zoals de Kinderjury en de Kinderboekenweek.

 

INDELING VAN KINDERBOEKEN

 

Kinderboeken kun je op verschillende manieren indelen.

Indeling op leeftijd: A, B, C, D

Boeken A B C

De bekendste is de indeling op leeftijd: de A, B, C en D aanduiding die de meeste bibliotheken hanteren.

A = 6 – 8 jaar
B = 9 – 11 jaar
C = 12 – 15 jaar
D = vanaf 16 jaar

De meeste mensen denken dat A, B, C en D een moeilijkheidsgraad aangeven, maar dit is niet per se zo. Vanzelfsprekend gaat een leeftijdsindicatie ook gepaard met een bepaalde woordenschat, maar een A-boek kan soms qua taalgebruik moeilijker zijn dan een B-boek. Of de opbouw van een bepaald B-boek is ingewikkelder dan die van een C-boek. Waar de letteraanduiding dus mee te maken heeft, is de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen die bij een bepaalde leeftijd hoort. Dat betekent dat A-boeken voor kinderen ouder dan 9 jaar misschien wat kinderachtig worden. En C-boeken zijn qua thematiek niet altijd geschikt voor kinderen op de basisschool (ze gaan bijvoorbeeld over drugs, relaties of zijn té spannend).

 

Indeling op moeilijkheidsgraad

Je kunt boeken indelen middels drie categorieën jeugdromans:

– recreatieve boeken
– Kinderjury-boeken
– Griffelboeken

De benamingen Kinderjury– en Griffelboeken verwijzen niet naar de prijzen die een boek wel of niet heeft gekregen, maar naar de criteria die de Kinderjury en de Griffeljury hanteren.

Kort gezegd gaat het daarbij om het volgende:

WegwezenRecreatieve boeken

– leesdoel: even tijd voor jezelf
– serieboeken
– avonturen
– eenvoudig taalgebruik
– weinig ruimte voor verbeelding; alles wordt uitgelegd
voorbeeld: Leven van een loser, door Jeff Kinney

Code KattenkruidKinderjury-boeken

– leesdoel: opgaan in de wereld van het verhaal en daarvan deel uitmaken
– eigentijds taalgebruik
– dichtbij de leefwereld van het kind
– populaire boeken van favoriete kinderboekenschrijvers
voorbeeld: Code Kattenkruid, door Jacques Vriens

GriffelboekenToen mijn vader een struik werd

– leesdoel: greep zien te krijgen op het boek
– literaire taal en opbouw
– optimale ruimte voor eigen verbeelding
– vraagt doorzettingsvermogen en begeleiding
voorbeeld: Toen mijn vader een struik werd, door Joke van Leeuwen

Het is belangrijk om je bewust te zijn van deze indeling, omdat je hiermee de leesontwikkeling van kinderen kunt begrijpen en begeleiden.

 

Een klassieke literatuurlijst van kinderboeken kun je vinden als je op onderstaande link klikt:

 

http://www.kinderboekenpraatjes.nl/lijst-gouwe-ouwe

 

Waarom doet lezen er toe?

 

Lezen is het cement van de samenleving. Het lezen van verhalen en gedichten helpt ons om sociaal te functioneren. Door fictie te lezen, kunnen we ons beter inleven, meer begrip opbrengen voor anderen en gemakkelijker nieuwe contacten leggen. De interactie met taal en tekst op zich heeft ook een positief effect. Wie in zijn vrije tijd voor het plezier leest – en dat kan óók non-fictie zijn – ziet zijn woordenschat en taalvaardigheid groeien en gaat daardoor weer vaker  lezen.