Spelling

Spelling is een heel belangrijk onderdeel op het rooster. Het Nederlands heeft een alfabetisch spellingsysteem.Wat inhoudt dat we bij de spelling uitgaan van spraakklanken die we horen en dat er voor elke spraakklank een apart teken wordt gebruikt.

Het fonologisch principe.

Elke klank ( foneem) wordt door een letter (grafeem) weergegeven. Wanneer kinderen de juiste klank aan de juiste letter kunnen koppelen, kunnen ze via het fonologisch principe ook woorden schrijven die nog niet zijn voorgeschreven. Het fonologisch principe houdt in dat een kind het woord precies zo opschrijft als hoe hij het hoort. Elke letter in het alfabet staat voor een bepaalde klank.Als we een woord schrijven geven we dus de klank van dit woord weer door middel van een letter.

Een voorbeeld is: wanneer je kind het woord ”maan” hoort, schrijft hij de klanken die hij hoort achter elkaar op. Het woord ”maan” is een makkelijk woord om te schrijven, aangezien geen problemen kunnen optreden bij het schrijven van dit woord volgens het fonologisch principe.

Elke klank heeft zijn eigen grafeem. Een grafeem is een letter om combinatie van letters die voor een bepaalde klank staan. Het woord ”maan” bevat drie grafemen, namelijk: /m/, /aa/ en /n/.

In groep 3 start je met klankzuivere woorden. Je schrijft deze woorden dus zoals je ze hoort. Voorbeelden hiervan zijn:

Woorden die niet klankzuiver zijn, zijn woorden die je anders schrijft. Bijvoorbeeld:

Vanaf groep 4 krijgen de kinderen te maken met woorden die lastiger zijn en afwijken van het fonologisch principe. Woorden die je dus niet schrijft zoals je ze hoort.

Het morfologisch principe:

Hierbij gaan we dus niet uit van de klank maar van de vorm van het woord.

1. Regel van gelijkvormigheid

De regel van de gelijkvormigheid betekent dat een deel van een woord altijd op dezelfde manier wordt geschreven, ook al is de uitspraak verschillend. Een voorbeeld hiervan is het meervoud: het woord ”hond” wordt met de letter /d/ geschreven, omdat het meervoud ook met een /d/ wordt geschreven. Hier komt ook het fonologisch principe een beetje bij kijken. Ook werkwoordsvormen worden volgens deze regel geschreven: ”ik heb” wordt met de /b/ geschreven in plaats van met de /p/, want het hele werkwoord schrijf je met de /b/.

2. Regel van overeenkomst/analogie

De regel van de analogie, zegt dat woorden op dezelfde manier worden geschreven als andere woorden die op dezelfde manier zijn gevormd. Voorbeelden hiervan zijn werkwoorden in de verleden tijd en samenstellingen. Bij samenstellingen waarbij het eerste woord met een /s/ eindigd en het tweede woord begint met dezelfde letter hoor je vaak de /s/ niet. Je moet dan kijken naar andere samenstellingen, waar een van de twee woorden uit de oude samenstelling ook in voorkomt. Hoor je de tussen-s wel, dan schrijf je de /s/ ook. Een voorbeeld is bedrijfschef en bedrijfsuitje. Bij bedrijfsuitje hoor je de /s/ duidelijk, dus schrijf je ook een /s/ in het woord bedrijfschef.

Kinderen hebben ook kennis van de woorden nodig als hij het woord op de goede manier wil schrijven. Wanneer een kind een woord begrijpt, kan een kind dit woord op de goede manier schrijven door zijn kennis van woordenschat toe te passen. Het morfologisch principe gaat ervan uit dat niet de klank van het woord, maar de vorm ervan bepalend is voor de schrijfwijze van het woord.

 

Etymologisch principe:

De spelling van een woord wordt soms bepaald door zijn herkomst. De verschillende herkomst van de woorden is een verklaring voor de twee schrijfwijzen van de tweeklanken /ei/ ij en /au/ou.

We schrijven zij anders dan zei, omdat die woorden in ouder Nederlands verschillend uitgesproken werden. Dit heeft te maken met het Middelnederlands. In die tijd kende men wel verschillende manieren van uitspreken van deze klanken.Nu is dat niet meer zo en moeten de kinderen dus de woorden waarbij deze regel horen goed onthouden door middel van de betekenis van het woord.Denk in groep 3 aan het ezelsbruggetje "Adje au en Otje ou bij pauw en hout.

 

Syllabisch principe: (hoe klinkt een lettergreep of klankdeel)

Syllabes of klankdelen van een woord zijn bepalend voor de spelling ervan. Lettergrepen of klankdelen (syllabes) van een woord zijn bepalend voor de spelling ervan. Eindigt een woorddeel op een lange klank, dan schrijf je die met één klinker, zoals in poot - poten (verenkelingsregel). Eindigt een woorddeel op een korte klank, dan volgen er twee medeklinkers, zoals in pot - potten (verdubbelingsregel).

SPELLING - Mijn site