Zo, dus jij wil voor de verdieping gaan? Heel goed! Kijk eens naar deze zin. Wat valt je op?
En had je het goed?
Deze verdieping gaat namelijk over het vervoegen van deverleden tijd van de persoonsvorm. Er zijn namelijk ook zinnen waarin iets al is gebeurd. Hierbij moet je rekening houden met:
Sterke werkwoorden: werkwoorden die van klank veranderen in de verleden tijd. Denk dan aan het werkwoord lopen: ik loop - ik liep.
Zwakke werkwoorden: werkwoorden die niet van klank veranderen en eindigen in de verleden tijd op -te of -de.
In deze paragraaf gaan we het hebben over de zwakke werkwoorden.
De lesdoelen van deze paragraaf:
Aan het eind van deze verdiepende paragraaf kun je de persoosnvorm in een willekeurige zin vervoegen op de juiste wijze.
Aan het eind van deze verdiepende paragraaf kun je het hulpmiddel't kofschipop de juiste wijze gebruiken om de juiste uitgang te vinden bij de persoosnvorm in verleden tijd.