Virussen

Virussen staan vooral bekend als ziekteverwekkers.
Denk maar aan het griepvirus, HIV of ebolavirus.
Het is de vraag of een virus als een levend wezen te beschouwen is; sommigen zien een virus meer als een chemische stof. Misschien zijn virussen wel een vroege levensvorm of zijn het losgeraakte fragmenten van cellen?

Gevaarlijk kunnen virussen in ieder geval wel zijn.
In 1918-1919 overleden er tientallen miljoenen mensen aan de Spaanse griep, die door een virus werd veroorzaakt. Het virus veroorzaakte meer doden dan de Eerste Wereldoorlog zelf.

Virussen worden doorgaans niet bestudeerd in de tree of life, omdat ze traditioneel als niet-levend worden beschouwd. Virussen zijn niet-cellulair van opbouw en hebben geen eigen metabolisme. Ze zijn dan ook afhankelijk van levende cellen die ze moeten kapen om nieuwe viruspartikels te kunnen aanmaken. Recent zijn echter dergelijk grote en complexe virussen aangetroffen (mimi- en pandoravirussen), dat ze, eenmaal binnengedrongen in cellen, veel weg hebben van eenvoudige, eencellige parasiterende organismen. De grens tussen levend en niet-levend lijkt daarmee vervaagd. Omdat bepaalde van deze virussen genen bevatten voor proteïnesynthese die afwijken van deze van cellulaire organismen, wordt er recent door sommige onderzoekers van uitgegaan dat deze virussen afstammelingen zouden zijn van een vierde of misschien zelfs vijfde domein in de tree of life.