Archaea zijn net als de bacteriën prokaryoten. Prokaryoten zijn organismen zonder celkern. Organismen met een celkern heten eukaryoten. De naam komt uit het Grieks; eu betekent ‘echt’ en karyon ‘noot’ of ‘kern’. Planten, dieren en schimmels zijn eukaryoten en hebben dus een echte kern met daarin het erfelijke materiaal opgeslagen. Volgens de huidige evolutietheorie is het leven op aarde begonnen met prokaryoten. Uit deze prokaryoten zijn vervolgens de eukaryoten ontstaan.
De Archaea zijn een soort "oerbacteriën" die kunnen overleven in extreme omstandigheden. ze zijn ééncellig en hebben geen celkern: het DNA zweeft vrij rond in de cel (prokaryoot). Rond het celmembraan zit stevige celwand (maar heel andere samenstelling dan bacteriën)
Sommige archaea leven bij zeer hoge temperaturen, vaak hoger dan 100 °C, zoals in geisers en in black smokers op de zeebodem. Andere worden juist gevonden in een zeer koude omgeving, in omgevingen met veel zout, zuur, of basis water. Archaea worden echter ook gevonden in moerasland, rioolwater en in de bodem. Ongeveer 2% van de micro-organismen in de bodem zijn archaea. In zee is dat percentage 20−30 %.
Andere archaea produceren methaan en worden aangetroffen in de darmstelsels van herkauwers, knaagdieren, termieten en ook van mensen. Archaea zijn over het algemeen onschadelijk voor andere organismen. Van geen enkele is bekend dat ze ziekten veroorzaken.
Verschil Archaea en bacteriën https://www.youtube.com/watch?v=VGcT1-XaWgk