PWS-opdracht
Schoolbiologie
Simeon Eversen
Student nummer: 1573238
Uitleg over het PWS op het Revius Lyceum (te Wijk bij Duurstede)
De volgende gegevens zijn verkregen door een interview met G. van den Heuvel en R. van Baren. Twee PWS begeleiders op het Revius Lyceum.
Wanneer wordt het PWS gedaan?
In de tabel hieronder wordt het tijdspad weer gegeven voor het PWS van de leerlingen die nu eindexamen doen.
Maand |
Wat te doen: |
Mei (2020, havo 4) |
– Duo's maken – Onderwerp verzinnen – Starten met hoofdvraag en deel vragen |
Juni (2020, havo 4) |
– Verder met de hoofdvraag en deel vragen – Starten met uitwerken van de deel vragen – Inleveren pws formulier 1 |
Juli (2020, havo 4) |
– Beoordeling hoofdvraag en deelvragen (formatief) – Presenteren hoofdvraag en deelvragen |
Augustus (2020, havo 5) |
– Verder met de deelvragen en hoofdvraag – Beoordeling hoofdvraag en deelvragen (definitief) |
September (2020, havo 5) |
– Verder met de deelvragen en hoofdvraag – Inleveren pre-concept |
Oktober (2020, havo 5) |
– Inleveren concept |
November (2020, havo 5) |
– Beoordeling concept (50 punten) – Inleveren definitief verslag |
December (2020, havo 5) |
– Beoordeling definitief verslag (20 punten) – Aan de slag met de presentatie maken – Presentatie geven – Beoordeling presentatie (20 punten) – Uiteindelijke beoordeling (eindcijfer) |
Bij het Revius Lyceum in Wijk bij Duursteden starten we in de maand mei met havo 4 het PWS. Op dat moment wordt in H4 de basis gelegd. Er worden zoveel mogelijk duo's gemaakt, word het vak waarbij ze het PWS willen maken gekozen en wordt het onderwerp besloten. Soms komt het voor dat iemand het alleen doet of dat er een drietal gevormd wordt, maar dit is meer een uitzondering dan regelmaat. In de maand juni is er twee keer een moment van twee lesuren voor het PWS in gepland. Deze tijd gebruiken de leerlingen om hun hoofdvraag en deelvragen te formuleren. Begin juli krijgen de leerlingen hun eerste beoordeling deze is wel nog formatief, ze krijgen bij deze beoordeling feedback op de hoofdvragen en deelvragen. In augustus worden de hoofdvraag en deelvragen definitief beoordeeld. De leerling kan voor de hoofdvraag en deelvragen tijdens de definitieve beoordeling de eerste 10 punten verdienen.
Ik vind het goed dat er punten aan de hoofdvragen en deelvragen worden gegeven. Ook vind ik het sterk dat er eerst een formatieve evaluatie is en dat er wordt gekeken naar de hoofdvragen en deelvragen. In bijlage 1 vind je het beoordelingsdocument zoals deze gebruikt wordt tijdens de formatieve beoordeling. Ik vind het positief dat er voor de leerlingen een formatief moment zit, waarbij ze feedback krijgen op de eerste stappen die ze in hun PWS gemaakt hebben. Dit geeft ruimte om de hoofdvragen en deelvragen nog beter te maken en beter te formuleren. Na deze aanpassingen krijgen ze dan hun definitieve beoordeling. Deze beoordeling vindt je terug in bijlage 2. Ik vind het goed dat er punten worden gegeven aan de definitieve hoofdvraag en deelvragen. Wat ik wel mis is duidelijk overzicht. Ik zou dit zelf in een rubric plaatsen, hierdoor wordt het voor de leerlingen en de begeleiders overzichtelijker waar de punten voor worden gegeven. Daarnaast zou ik in de rubric ook neerzetten waar er wel en geen punten voor gegeven worden. De aangepaste versie (zoals ik het zou willen) vind je in bijlag 3.
Na de zomervakantie gaan ze in havo 5 in de eerste week (twee dagen) gelijk weer verder met hun PWS en in de maand september zijn nog drie momenten om verder aan de slag te gaan met het PWS. In de laatste week van september wordt verwacht dat de leerlingen het pre-concept inleveren bij hun begeleider. In de week voor de herfst vakantie wordt vervolgens het concept ingeleverd. De begeleiders kijken het concept na en moeten het beoordeelde concept in de tweede week van november terug geven. Dit is tevens voor de leerlingen hun tweede beoordelingsmoment. Voor deze tweede beoordeling kunnen de leerlingen 50 punten in totaal krijgen. Dus kunnen de leerlingen nu in totaal al 60 punten hebben. In bijlage 4 staat de beoordelingsrubric voor het concept PWS zoals deze wordt gebruikt.
Het concept PWS heeft 50 punten gekregen dit omdat het de kwaliteit van de verslagen ten goede kwam als het concept meer punten krijgt. Ik vind dit zelf te veel punten voor een concept versie en zou het graag terug zien gaan naar ca. 35 punten. Dit omdat dit een betere verhouding geeft met de definitieve versie van het PWS. De aangepaste versie van de beoordeling van het concept PWS staat in bijlage 5
In de derde week van november wordt de definitieve versie ingeleverd, de begeleiders hebben dan tot eind november tijd om de definitieve versies na te kijken en de leerling een beoordeling te geven op het eind verslag. De beoordeling moet een week voor de presentatie terug gegeven worden, zodat de leerlingen hun presentatie kunnen voorbereiden. De beoordeling van de definitieve versie staat in bijlage 6. Voor de definitieve versie krijgen de leerlingen maar 20 punten. Ik vind dit te weinig. Ook hier vind ik de beschrijving van de punten zeer karig omschreven en is het docent afhankelijk of de punten worden gegeven. Mijn voorkeur gaat naar 35 punten voor de definitieve versie. Bij deze keuze wordt het concept en de definitieve PWS 35 punten waard. Dit is een betere verdeling tussen de punten en geeft de leerlingen meer tijd en ik denk ook meer motivatie om het verslag aan te passen. Deze punten verdeling vind je terug in bijlage 6. Ik kies voor deze verdeling van punten omdat ik hoop dat de leerlingen dan wat met de gegeven feedback gaan doen. Wanneer de feedback op correcte wijze is verwerkt in het definitieve verslag, hebben ze echt laten zien dat ze er een goed verslag van hebben willen maken en er serieus mee bezig zijn geweest en dat ze de inhoud van het PWS op een zo hoog mogelijk niveau hebben willen schrijven.
De presentatie wordt in de tweede week van december gegeven en duurt ongeveer 20 minuten per groepje en wordt gepresenteerd aan docenten en ouders. Minimaal een docent (een andere docent dan de begeleider) en een van de ouders van een andere leerling beoordelen de groepjes. Deze beoordelingen worden meegenomen in de eind beoordeling van de docent, natuurlijk beoordeeld deze ook zelf nog de presentatie. De beoordelingsrubric staat in bijlage 6. Ik vind de beoordelingsrubric van de presentaties niet echt specifiek aangegeven. Daarom heb ik de beoordelingsrubric aangepast en de punten die de leerlingen kunnen halen bij de verschillende onderdelen gezet.
Wie begeleidt het PWS?
De leerlingen kiezen zelf hun begeleider uit. In principe mogen alle docenten in de bovenbouw een PWS begeleiden. Ook mogen de docenten van de onderbouw zich inschrijven om een PWS te begeleiden. De leerlingen moeten alleen wel een docent kiezen in het vakgebied waar zij het PWS voor doen.
Hoe vindt de begeleiding plaats?
Naast de vaste momenten die in het jaar zijn vast gelegd wordt er verwacht dat de leerlingen contact op nemen met hun begeleider wanneer het niet gaat maar het onderzoek wordt verder zelfstandig uit gevoerd. Het is aan de begeleider om de groepjes te monitoren en moet er eens in de twee weken een kort gesprek zijn over de voortgang.
Welke externe partijen zijn er te gebruiken?
De leerlingen zijn vrij om de informatie die nodig is te zoeken en te gebruiken wat zij nodig vinden. Er zijn leerlingen die contact maken met HBO's en Universiteiten. Maar er zijn ook leerlingen die contact op nemen met bedrijven en/of instanties om interviews af te nemen, een dag mee te lopen of om een onderzoek te doen. Bij externe bedrijven moet je denken aan:
De NOS
Een bierbrouwerij, Heineken en de Dikke
Universiteit Tilburg
Gemeente archief
Het ziekenhuis (artsen, verpleegkundige)
De school stimuleert om niet alleen in de literatuur te kijken. Maar juist om bij bedrijven te gaan kijken zodat ze mensen uit het werkveld ontmoeten of om ergens een practica op te kunnen zetten. Ook is het mogelijk om bedrijven en mensen in het buitenland aan te schrijven, voor een interview of vragenlijst dit gaat op initiatief van de leerlingen en de begeleider kan ze hierbij helpen. Binnen het Revius Wijk bij Duurstede is er niets bekend over onderzoeken die door leerlingen zijn gedaan in het buitenland, maar neemt niet weg dat de mogelijkheden er wel voor zijn.
Domeinen en organisaties/ bedrijven die benaderd kunnen worden:
Domeinen |
Bedrijven |
Verantwoording |
Domein A Vaardigheden |
|
|
Domein B Zelfregulatie
Biologische eenheden herkennen en de kenmerken ervan beschrijven. Die biologische eenheden zijn moleculen, cellen, organen, organismen, populaties, ecosystemen. |
Waterschap Rivierenland (0344) 64 90 90, info@wsrl, de Blomboogerd 1, 4003 BX Tiel, https://www.waterschaprivierenland.nl/
Staatsbosbeheer (030) 692 61 11, info@staatsbosbeheer.nl, Smallepad 5, 3811 MG Amersfoort, https://www.staatsbosbeheer.nl/
|
Waterschap rivierenland maken gebruik van de verschillende eenheden. Daarnaast controleren ze ook de populaties en ecosystemen.
Staatsbosbeheer zorgt er voor dat populaties en ecosystemen goed verlopen en houden dit vooral goed in de gaten. Ook kunnen zij helpen bij bijvoorbeeld voedselketens en energie stromen binnen de natuur. |
Domein C Zelforganisatie
Herkennen dat biologische eenheden nieuwe eigenschappen hebben vergeleken met de biologische eenheden van een niveau lager. |
Nationaal park Utrechts heuvelrug, (033) 277 63 90, info@np-utrechtseheuvelrug.nl, Buurtsteeg 3927 EJ Renswoude, https://www.np-utrechtseheuvelrug.nl/
Nationaal park Utrechts heuvelrug, (033) 277 63 90, info@np-utrechtseheuvelrug.nl, Buurtsteeg 3927 EJ Renswoude, https://www.np-utrechtseheuvelrug.nl/
|
Beide bedrijven en/of organisaties houden zich bezig met ecosystemen en hoe ze deze het beste in balans kunnen houden of juist bewust kunnen verstoren. |
Domein D Interactie
Beschrijven dat een biologische eenheid, van Welk organisatieniveau dan ook, voortdurend in interactie is met de omgeving waaronder andere biologische eenheden. |
Vogelbescherming Nederland, (06) 15 14 38 90, Boulevard 12, 3707 BM Zeist https://www.vogelbescherming.nl
Wereld natuur fonds, (0800) 1962, Driebergseweg 10, 3708 JB Zeist, https://www.wwf.nl
Dierenpark Amersfoort, 033 422 71 00,, Barchman Wuytierslaan 224, 3819 AC Amersfoort, https://dierenparkamersfoort.nl |
Alle 3 de bedrijven kijken naar interactie tussen organisme en hun biotische en abiotische factoren om hen heen. |
Domein E Reproductie
Verbanden leggen tussen replicatie die plaatsvindt op de verschillende organisatieniveaus. |
Diakonessenhuis Doorn, (088) 2505000, Bergweg 2, 3941 RB Doorn, https://www.diakonessenhuis.nl
Fruitteeltbedrijf Theo, Martine en Erik Vernooij, 0343 - 56 13 16, theo.vernooy@planet.nl, Groenewoudseweg 18,
UMC Utrecht, 088 75 555 55, info@umcutrecht.nl, heidelberglaan 100, Utrecht,
|
Alle drie de bedrijven doen onderzoek naar het kopiëren van cellen of organisme. Zo heeft het fruitteeltbedrijf verschillende manieren geprobeerd om betere kersen te krijgen. |
Domein F Evolutie
Beschrijven hoe diversiteit van leven ontstaan is. |
Naturalis 0031 (0)71 751 9600, contact@naturalis.nl. , Darwinweg 2, 2333 CR Leiden, www.naturalis.nl
GGD regio Utrecht, 030 608 60 86, info@ggdru.nl, De dreef 5, 3706 BR Zeist, https://www.ggdru.nl/
|
Beide bedrijven zijn een expert als het gaat om evolutie. In naturalis (Leiden) kunnen we natuurlijk de evolutie zien van de aarde en zijn organisme. De ggd kan ons meer vertellen over de mutatie en evolutie van bijvoorbeeld het corona virus. |
Hoe wordt het eindproduct beoordeeld en wat vind je daarvan?
Het eindproduct wordt in 4 stappen beoordeeld. Eerst worden de leerlingen beoordeeld op het zomerdocument. Dit document is 10 punten waard. Vervolgens wordt het concept PWS beoordeeld dit is op dit moment het grootste aantal punten waard (50 punten). Wanneer er een te hoog of te laag aantal punten wordt gegeven, is het noodzaak dat er een tweede corrector naar kijkt, dit is een andere begeleider vanuit school. Dit is volgens de school bewust gedaan omdat men vind dat wanneer het concept goed is, het eind product ook beter is en het waarborgt dus de kwaliteit van de verslagen. Het vierde onderdeel dat wordt beoordeel is het eindproduct deze is 20 punten waard. Alle drie de onderdelen worden beoordeeld door een begeleider die de leerlingen zelf hebben kunnen uitkiezen. De begeleider is wel afhankelijk van het vak waarvoor de leerlingen het PWS doen. Dus bijvoorbeeld wanneer ze het PWS voor het vak biologie doen, dan kunnen ze kiezen uit een van de biologie docenten. Het laatste onderdeel dat beoordeeld wordt is de presentatie, deze is ook 20 punten waard.
Zelf vind ik de punten verdeling een beetje uit verhouding. Ik vindt dat het concept PWS te veel punten krijgt, op deze manier krijgt de leerling weinig kans om goede verbeteringen aan te passen en is het dus moeilijk om de verloren punten terug te krijgen. Naar mijn mening moet het eindresultaat evenveel punten hebben als het tussen product (dus in het geval van het Revius Lyceum zal dit dan 35 om 35 zijn voor beide onderdelen).
Ik vind het goed en ik kan me voorstellen dat de leerlingen het fijn vinden om een tussen beoordeling te hebben. Op deze manier krijgen de leerlingen op dat moment feedback, die ze kunnen gebruiken en weten zij ook hoe ze er voor staan. De beoordelingsrubrics en de aangepaste rubrics staan in de bijlages.
Overige dingen die je ontdekt hebt
Wat mij opgevallen is dat elke school het op een andere manier aanpakt. Ook de beoordelingen gaan op andere manieren. Eigenlijk zou er een landelijk een centraal moment moeten zijn, met een gezamenlijke deadline, waarbij iedereen dus bijvoorbeeld in havo 4 er in juni mee start en het in havo 5 eind januari eindigt. Op deze manier krijgt iedereen dan de kans om mee te doen aan eventuele PWS competities die er zijn. Op onze school hebben wij een eigen competitie en krijgt het PWS met de hoogste eindbeoordeling op de diploma-uitreiking een extraatje. Dit heeft de school bewust gedaan, omdat wij alleen een havo bovenbouw hebben en geen vwo bovenbouw. De competities die ik heb kunnen vinden hebben eigenlijk allemaal een vwo eis.
Bron:
G. van den Heuvel, persoonlijke communicatie, 1 oktober 2020
R. van Baren, persoonlijke communicatie, 10 oktober 2020
Bijlage 1:
PWS formulier voor de tussenstand (formatief)
In te vullen met of door de begeleid(st)er.
Naam/ namen van de leerling(en):
Namen van de begeleid(st)ers:
|
O |
M |
V |
G |
NVT |
Hoofd- en deelvragen zijn goed: |
|
|
|
|
|
Deelvraag 1 is af: |
|
|
|
|
|
Kwantiteit deelvraag 1: |
|
|
|
|
|
Kwaliteit deelvraag 1: |
|
|
|
|
|
Kwantiteit gevonden literatuur: |
|
|
|
|
|
Kwaliteit van gevonden literatuur: |
|
|
|
|
|
Leerlingen hebben nagedacht over mogelijk onderzoek: |
|
|
|
|
|
Leerlingen hebben concrete plannen voor onderzoek: |
|
|
|
|
|
Samenwerking tussen leerlingen:
|
|
|
|
|
|
Bijhouden van het logboek: |
|
|
|
|
|
Belangrijke opmerkingen voor komend schooljaar:
-
-
-
Waar word je eerst deel van het pws op beoordeeld?
Eerste deelvraag af (3 punten)
Voorbereiding op het onderzoek (3 punten)
Werkplan (3 punten)
Bronnenlijst en logboek ( 1 punt)
En nu gespecificeerd:
1.Eerste deelvraag af
- Inleidend gedeelte
- Antwoord dekt de lading van de deelvraag
- Inhoud is gefundeerd op de literatuur
- Inhoud heeft voldoende volume om de beantwoording van de deelvraag te waarborgen
- Beantwoording is op een goed niveau omschreven
2. Voorbereiding op het onderzoek
- Leerlingen tonen aan wat het doel is van hun onderzoek
- Leerlingen verantwoorden de keuze van hun onderzoek
- Het onderzoek is realistisch uitvoerbaar
- Leerlingen hebben nagedacht over een realistisch tijdpad
- Het onderzoek is op PWS waardig niveau
- Leerlingen hebben het onderzoek zo voorbereid dat het alleen nog maar uitgevoerd hoeft te worden
3. Werkplan
- Staat alles erin?
- Staan er data bij?
- Wie doet wat?
- Logische tijdpad?
- (evt. wat heb je nodig om dit te kunnen doen?)
4. Bronnenlijst en logboek
Leerlingen hebben een overzichtelijke weergave gemaakt van de bronnen die gebruikt zijn (hoeft op dit moment nog niet APA of met voetnoten)
- Leerlingen hebben voldoende literatuur gevonden voor het hele PWS en hebben dit aantoonbaar gemaakt
- De literatuur is van goed niveau
- De literatuur is divers van aard
- Logboek is goed bijgehouden
Bijlage 3 Aanpassingen beoordeling (Simeon Eversen)
Waar wordt je eerst deel van het pws op beoordeeld?
Eerste deelvraag af (5 punten)
Voorbereiding op het onderzoek (5 punten)
Werkplan (3 punten)
Bronnenlijst en logboek (3 punten)
En nu gespecificeerd:
1.Eerste deelvraag af
Inleidend gedeelte is geschreven en is in correct 1p
Nederlands geschreven
Antwoord dekt de lading van de deelvraag 1p
Inhoud is gefundeerd op de literatuur 1p
Inhoud heeft voldoende volume om de beantwoording van 1p
de deelvraag te waarborgen
Beantwoording is op een goed niveau omschreven 1p
2. Voorbereiding op het onderzoek
Leerlingen tonen aan wat het doel is van hun onderzoek 1p
Leerlingen verantwoorden de keuze van hun onderzoek 1p
Het onderzoek is realistisch uitvoerbaar en ze hebben het zo 1p
voorbereid dat het alleen nog maar uitgevoerd hoeft te worden.
Leerlingen hebben nagedacht over een realistisch tijdpad 1p
Het onderzoek is op PWS waardig niveau 1p
3. Werkplan
Staat alles wat af moet erin? 1p
Staan er data bij van de deadlines? 1p
Is het duidelijk wie wat doet? 1p
Is het gekozen werkplan logische, kijken naar het tijdpad? 1p
Staat er bij wat er nodig is om de verschillende 1p
onderdelen te doen?
4. Bronnenlijst en logboek
Leerlingen hebben een overzichtelijke weergave gemaakt 1p
van de bronnen die gebruikt zijn en zijn volgens APA stijl
geschreven of met voetnoten
Leerlingen hebben voldoende literatuur gevonden voor het 1p
hele PWS en hebben dit aantoonbaar gemaakt
De literatuur is van goed niveau, (bijv. geen wikipedia) 1p
De literatuur is divers van aard 1p
Logboek is goed bijgehouden 1p
aantal punten / 20 x 10 = aantal punten (bij een kommagetal afronden naar een heel aantal punten)
Bijlage 4 Beoordelingsmoment 2: Concept (inleverdatum uiterlijk 16 oktober)
N.B: Aangaande onderdeel 4 wordt alleen onderdeel A, B of C beoordeeld (afhankelijk van het karakter van de PWS).
Onderdeel |
Niveau 1: onvoldoende |
Niveau 2: voldoende
Criterium op inhoud (onderdeel is aanwezig) |
Niveau 2: goed
Criterium op kwaliteit (beoordeel hier op kwaliteit) |
Niveau 2: uitmuntend
Criterium op kwaliteit (beoordeel hier op extra kwaliteit)
|
Score |
5 punten |
Afspraken van beoordeling 1 zijn niet nagekomen.
Logboek ontbreekt of is onvolledig
0 punten |
De afspraken van beoordeling 1 zijn verwerkt
Het logboek is bijgehouden
+3 punten |
Er is een logische tijdsplanning
Er is een evenwichtige taakverdeling
+1 punt |
Het onderzoeksplan is bijgewerkt en realistisch
+1 punt |
|
7 punten |
Er zijn te weinig en vooral oppervlakkige bronnen gebruikt (wikipedia)
Onjuiste bronvermelding Bronnen zijn niet actueel
0 punten |
Bronvermelding is correct.
Er is variatie in het soort bronnen (deskundige / literatuur / nieuws)
Bronnen zijn actueel en relevant
+4 punten |
Er is veel variatie in brongebruik waaronder wetenschappelijke literatuur / artikelen
+2 punten |
Er is gereflecteerd op de bronnen (niet alle informatie wordt automatisch voor waar aangenomen)
+1 punten |
|
5 punten |
Geen samenhang tussen hoofdvraag en deelvragen
0 punten |
Hoofd- en deelvragen vertonen een redelijke samenhang (hoofdvraag en deelvragen vormen een geheel)
+3 punten |
Hoofd- en deelvragen vertonen een goede samenhang
+1 punt |
Er is weinig tot geen overbodige informatie in de deelvragen
+1 punt |
|
10 punten
4 B Literatuuronderzoek
(ZOZ voor mogelijkheid 4C) 4 C Economisch/sociologisch onderzoek
|
Het onderzoek is onvolledig / onbetrouwbaar / te kleinschalig.
Er ontbreekt een onderzoek
0 punten Het onderzoek is onvolledig / onbetrouwbaar / te kleinschalig.
Er ontbreekt een onderzoek
0 punten
Het onderzoek is onvolledig / onbetrouwbaar / te kleinschalig.
Er ontbreekt een onderzoek
0 punten |
Er is een onderzoek uitgevoerd waarbij gelet is op: Onderzoeksopzet past bij de vraagstelling
Keuze voor en manier van data verzamelen
Betrouwbaarheid
Functionaliteit van onderzoek (voegt het iets toe aan één of meerdere deelvragen)
+6 punten
Er is een onderzoek uitgevoerd waarbij gelet is op:
Gebruik van meerdere (type) bronnen
Vergelijking van de bronnen moet aansluiten bij de onderzoeksvragen
Betrouwbaarheid
Objectiviteit
+ 6 punten
Er is een onderzoek uitgevoerd waarbij gelet is op:
Onderzoeksgroep Manier(en) van data verzamelen
Betrouwbaarheid
Functionaliteit van onderzoek (voegt het iets toe aan een of meerder deelvragen) Objectiviteit
+6 punten |
Er is een goede beschrijving en onderbouwing van de onderzoeksmethode(n)
Er is een goede beschrijving van het verloop van het onderzoek
Als er meerdere metingen zijn, worden deze op statistische manier met elkaar vergeleken
+2 punten
Er is een goede beschrijving en onderbouwing van de onderzoeksmethode(n)
Er is gekozen voor een methode om meerdere bronnen met elkaar te vergelijken
+ 2 punten
Er is een goede beschrijving en onderbouwing van de onderzoeksgroep
Er is een goede beschrijving en onderbouwing van de onderzoeksmethode(n)
Er zijn meerdere dataverzamelingsmethoden gebruikt
+2 punten |
Er wordt gereflecteerd over het onderzoeksproces
Er wordt (kritisch) gereflecteerd op de resultaten van het onderzoek
+2 punten
Er wordt gereflecteerd over het onderzoeksproces
Er wordt (kritisch) gereflecteerd op de resultaten van het onderzoek
+ 2 punten
Er wordt gereflecteerd over het onderzoeksproces
Er wordt (kritisch) gereflecteerd op de resultaten van het onderzoek
+2 punten |
|
10 punten |
Er is (te) weinig koppeling naar het bijbehorende schoolvak
Het profielwerkstuk is (te) oppervlakkig
0 punten |
Er is een duidelijke koppeling naar één of meerdere schoolvakken
Vaktechnische termen worden correct gebruikt Er is sprake van enige diepgang
+6 punten |
Er wordt stof behandeld die boven de gebruikelijke lesstof uitgaat.
+2 punten |
Er is sprake van een grote mate van diepgang
+2 punten |
|
5 punten |
Het profielwerkstuk is een samenvatting van bronnen en informatie
Geen eigen invalshoeken
0 punten |
Er is een redelijke mate van originaliteit
Er wordt een eigen invalshoek gegeven in het onderzoek
+3 punten |
Er is een originele vraagstelling
Er is veel ‘eigen werk’ gedaan.
+ 1 punten |
Er is een grote mate van originaliteit.
Er is/zijn onderzoeken zelf bedacht of ontwikkeld
+ 1 punten |
|
5 punten |
Conclusie is onvolledig (belangrijke informatie vergeten)
Geen of onvolledig antwoord op de onderzoeksvraag
Er staat nieuwe informatie in de conclusie
0 punten |
Alle deelvragen komen aan bod
Er wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvraag
Er staat geen nieuwe informatie in de conclusie
+2 punten |
De conclusie vat de kern van de deelvragen goed samen en vormt zo een volledig mogelijk antwoord op de onderzoeksvraag
+2 punten |
De conclusie vat de kern van de deelvragen uitstekend samen en vormt zo een volledig mogelijk antwoord op de onderzoeksvraag
+1 punt |
|
3 punten |
Taalgebruik is van onvoldoende niveau
Veel spelling- en stijlfouten
Weinig consistent
0 punten |
Taalgebruik is van redelijk niveau
Weinig spelfouten
Redelijke zinsbouw
+1 punten |
Taalgebruik is helder
Vrijwel geen spelfouten
+1 punt |
Taalgebruik is helder, fraai en leest fijn voor de lezer.
+1 punt |
|
50 punten |
|
28 punten |
12 punten |
10 punten |
|
Docent: |
|
Datum: |
|
Paraaf: |
|
Ter informatie:
Bij 45 punten of meer en bij 15 punten of minder voor de conceptversie wordt er altijd een tweede corrector geraadpleegd door de begeleider/corrector (vóór de punten worden medegedeeld aan de leerlingen).
Bijlage 5 aangepaste beoordelingsrubrics concept PWS (Simeon Eversen)
Beoordelingsmoment 2: Concept (inleverdatum uiterlijk 16 oktober)
N.B: Aangaande onderdeel 4 wordt alleen onderdeel A, B of C beoordeeld (afhankelijk van het karakter van de PWS).
Onderdeel |
Niveau 1: onvoldoende |
Niveau 2: voldoende
Criterium op inhoud (onderdeel is aanwezig) |
Niveau 2: goed
Criterium op kwaliteit (beoordeel hier op kwaliteit) |
Niveau 2: uitmuntend
Criterium op kwaliteit (beoordeel hier op extra kwaliteit)
|
Score |
|||
3 punten |
Afspraken van beoordeling 1 zijn niet nagekomen.
Logboek ontbreekt of is onvolledig
0 punten |
De afspraken van beoordeling 1 zijn verwerkt
Het logboek is bijgehouden
+1 punten |
Er is een logische tijdsplanning
Er is een evenwichtige taakverdeling
+1 punt |
Het onderzoeksplan is bijgewerkt en realistisch
+1 punt |
|
|||
3 punten |
Er zijn te weinig en vooral oppervlakkige bronnen gebruikt (wikipedia)
Onjuiste bronvermelding Bronnen zijn niet actueel
0 punten |
Bronvermelding is correct.
Er is variatie in het soort bronnen (deskundige / literatuur / nieuws)
Bronnen zijn actueel en relevant
+1 punten |
Er is veel variatie in brongebruik waaronder wetenschappelijke literatuur / artikelen
+1 punten |
Er is gereflecteerd op de bronnen (niet alle informatie wordt automatisch voor waar aangenomen)
+1 punten |
|
|||
4 punten |
Geen samenhang tussen hoofdvraag en deelvragen
0 punten |
Hoofd- en deelvragen vertonen een redelijke samenhang (hoofdvraag en deelvragen vormen een geheel)
+2 punten |
Hoofd- en deelvragen vertonen een goede samenhang
+1 punt |
Er is weinig tot geen overbodige informatie in de deelvragen
+1 punt |
|
|||
Natuurwetenschappelijk onderzoek
8 punten
4 B Literatuuronderzoek
(ZOZ voor mogelijkheid 4C) 4 C Economisch/sociologisch onderzoek
|
Het onderzoek is onvolledig / onbetrouwbaar / te kleinschalig.
Er ontbreekt een onderzoek
0 punten
Het onderzoek is onvolledig / onbetrouwbaar / te kleinschalig.
Er ontbreekt een onderzoek
0 punten
Het onderzoek is onvolledig / onbetrouwbaar / te kleinschalig.
Er ontbreekt een onderzoek
0 punten |
Er is een onderzoek uitgevoerd waarbij gelet is op: Onderzoeksopzet past bij de vraagstelling
Keuze voor en manier van data verzamelen
Betrouwbaarheid
Functionaliteit van onderzoek (voegt het iets toe aan één of meerdere deelvragen)
4 punten
Er is een onderzoek uitgevoerd waarbij gelet is op:
Gebruik van meerdere (type) bronnen
Vergelijking van de bronnen moet aansluiten bij de onderzoeksvragen
Betrouwbaarheid
Objectiviteit
+ 4 punten
Er is een onderzoek uitgevoerd waarbij gelet is op:
Onderzoeksgroep Manier(en) van data verzamelen
Betrouwbaarheid
Functionaliteit van onderzoek (voegt het iets toe aan een of meerder deelvragen) Objectiviteit
+4 punten |
Er is een goede beschrijving en onderbouwing van de onderzoeksmethode(n)
Er is een goede beschrijving van het verloop van het onderzoek
Als er meerdere metingen zijn, worden deze op statistische manier met elkaar vergeleken
+2 punten
Er is een goede beschrijving en onderbouwing van de onderzoeksmethode(n)
Er is gekozen voor een methode om meerdere bronnen met elkaar te vergelijken
+ 2 punten
Er is een goede beschrijving en onderbouwing van de onderzoeksgroep
Er is een goede beschrijving en onderbouwing van de onderzoeksmethode(n)
Er zijn meerdere dataverzamelingsmethoden gebruikt
+2 punten |
Er wordt gereflecteerd over het onderzoeksproces
Er wordt (kritisch) gereflecteerd op de resultaten van het onderzoek
+1 punten
Er wordt gereflecteerd over het onderzoeksproces
Er wordt (kritisch) gereflecteerd op de resultaten van het onderzoek
+ 1 punten
Er wordt gereflecteerd over het onderzoeksproces
Er wordt (kritisch) gereflecteerd op de resultaten van het onderzoek
+2 punten |
|
|||
7 punten |
Er is (te) weinig koppeling naar het bijbehorende schoolvak
Het profielwerkstuk is (te) oppervlakkig
0 punten |
Er is een duidelijke koppeling naar één of meerdere schoolvakken
Vaktechnische termen worden correct gebruikt Er is sprake van enige diepgang
+4 punten |
Er wordt stof behandeld die boven de gebruikelijke lesstof uitgaat.
+2 punten |
Er is sprake van een grote mate van diepgang
+1 punten |
|
|||
3 punten |
Het profielwerkstuk is een samenvatting van bronnen en informatie
Geen eigen invalshoeken
0 punten |
Er is een redelijke mate van originaliteit
Er wordt een eigen invalshoek gegeven in het onderzoek
+1 punten |
Er is een originele vraagstelling
Er is veel ‘eigen werk’ gedaan.
+ 1 punten |
Er is een grote mate van originaliteit.
Er is/zijn onderzoeken zelf bedacht of ontwikkeld
+ 1 punten |
|
|||
4 punten |
Conclusie is onvolledig (belangrijke informatie vergeten)
Geen of onvolledig antwoord op de onderzoeksvraag
Er staat nieuwe informatie in de conclusie
0 punten |
Alle deelvragen komen aan bod
Er wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvraag
Er staat geen nieuwe informatie in de conclusie
+2 punten |
De conclusie vat de kern van de deelvragen goed samen en vormt zo een volledig mogelijk antwoord op de onderzoeksvraag
+1 punten |
De conclusie vat de kern van de deelvragen uitstekend samen en vormt zo een volledig mogelijk antwoord op de onderzoeksvraag
+1 punt |
|
|||
3 punten |
Taalgebruik is van onvoldoende niveau
Veel spelling- en stijlfouten
Weinig consistent
0 punten |
Taalgebruik is van redelijk niveau
Weinig spelfouten
Redelijke zinsbouw
+1 punten |
Taalgebruik is helder
Vrijwel geen spelfouten
+1 punt |
Taalgebruik is helder, fraai en leest fijn voor de lezer.
+1 punt |
|
|||
35 punten |
|
16 punten |
10 punten |
9 punten |
|
Docent: |
|
Datum: |
|
Paraaf: |
|
Ter informatie:
Bij 45 punten of meer en bij 15 punten of minder voor de conceptversie wordt er altijd een tweede corrector geraadpleegd door de begeleider/corrector (vóór de punten worden medegedeeld aan de leerlingen).
Bijlage 4 Beoordelingsmoment 3: Definitief
|
max score |
score |
opmerkingen |
Feedback concept - Zijn opmerkingen concept verwerkt? - Zijn er punten (inhoud) verbeterd? |
10 |
|
|
Lay-out en ICT - Inhoudsopgave, voorkant, indeling hoofdstukken en alinea’s, overzicht informatiebronnen en literatuur- verwijzingen, omvang conform afspraak, ICT-gebruik, zorg voor afwerking, … |
5 |
|
|
Taalgebruik - Past bij het schooltype: niveau havo 5 (3F) - Afgestemd op doelgroep - Duidelijk en begrijpelijk - Spelling en interpunctie - Consistent gebruik van begrippen - … |
5 |
|
|
Totaal |
20 |
|
|
Docent: |
|
Datum: |
|
Paraaf: |
|
Bijlage 5 Aangepaste versie beoordeling definitief (Simeon Eversen)
|
max score |
score |
opmerkingen |
Feedback concept – De feedback die is gegeven op het concept PWS zijn op correcte wijzen verwerkt. |
25 |
|
|
Lay-out en ICT Het verslag bevat de volgende onderdelen: – Voorkant (waarop de volgende dingen staan: een duidelijke en originele titel, de namen van wie het PWS is, het vak / profiel waarvoor het PWS gemaakt is, de naam van de docent die het beoordeeld, de datum van inlevering en een leuke afbeelding die recht doet aan de inhoud. – Inleiding waarbij wordt verteld wat men kan verwachten in het verslag en wat jullie er van vonden. – In het verslag is gebruik gemaakt van verschillende alinea's en wordt er in de tekst op correcte wijze naar de verschillende informatiebronnen en literatuur verwezen. – Hebben de leerlingen laten zien dat ze goed met ICT vaardigheden overweg kunnen (denk aan bijvoorbeeld excel voor de grafieken). |
5 |
|
|
Taalgebruik – Past bij het schooltype: niveau havo 5 (3F) – Afgestemd op doelgroep – Duidelijk en begrijpelijk – Spelling en interpunctie – Consistent gebruik van begrippen |
5 |
|
|
Totaal |
20 |
|
|
Docent: |
|
Datum: |
|
Paraaf: |
|
Bijlage 6
Presentatie onderzoek: door iemand anders dan jouw begeleider
|
max score |
score |
opmerkingen |
Begin van de presentatie
|
15 |
|
|
Inhoudelijke aspecten
|
|||
Slot van de presentatie
|
|||
Technische/ creatieve ondersteuning
|
|||
Spreekgemak en verstaanbaarheid
|
|||
Vragen
|
|||
Gasten
|
5 |
|
|
Totaal |
20 |
|
|
Docent: |
|
Datum: |
|
Paraaf: |
|
Beoordeling aanwezigen: formulier
> Presentatie onderzoek
Onderwerp van presentatie :
Groepsleden :
Alvast bedankt voor het invullen!
OPBOUW VAN DE PRESENTATIE |
++ |
+ |
+/- |
- |
- - |
Pakkende inleiding |
|
|
|
|
|
Overzichtelijke opbouw van de presentatie in inleiding/kern/slot |
|
|
|
|
|
Ruimte voor vragen |
|
|
|
|
|
INHOUD VAN DE PRESENTATIE |
++ |
+ |
+/- |
- |
- - |
Onderzoek wordt goed/ boeiend uitgelegd |
|
|
|
|
|
Hoofd- en deelvragen komen aan bod |
|
|
|
|
|
Hoofd- en deelvragen worden goed beantwoord |
|
|
|
|
|
TAALGEBRUIK EN HOUDING |
++ |
+ |
+/- |
- |
- -> |
De leerlingen spreken helder, correct en rustig |
|
|
|
|
|
De groep straalt enthousiasme uit |
|
|
|
|
|
De leerlingen maken oogcontact met het publiek |
|
|
|
|
|
DE PRESENTATIE ALGEMEEN |
++ |
+ |
+/- |
- |
- - |
Er is ICT ondersteuning |
|
|
|
|
|
Verdeling van taken in groep |
|
|
|
|
|
Indruk van totale presentatie |
|
|
|
|
|
Ruimte voor tips & tops
|
Bijlage 7
Aangepaste beoordeling presentatie pws (Simeon Eversen)
Presentatie onderzoek: door iemand anders dan jouw begeleider
|
max score |
score |
opmerkingen |
Begin van de presentatie
|
15
|
|
|
Inhoudelijke aspecten
|
|||
Slot van de presentatie
|
|||
Technische/ creatieve ondersteuning
|
|||
Spreekgemak en verstaanbaarheid
|
|||
Vragen
|
|||
Gasten
|
5 |
|
|
Totaal |
20 |
|
|
Docent: |
|
Datum: |
|
Paraaf: |
|