Een lijdend voorwerp is een voorwerp dat nodig is om de zin compleet te maken. Niet in iedere zin staat een lijdend voorwerp. Het lijdend voorwerp is een persoon, dier, ding, of begrip.
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Je vindt het lijdend voorwerp door de volgende vraag te stellen:
Wie/wat + wordt/worden + zelfstandig werkwoord?
Het antwoord op die vraag is het lijdend voorwerp.
De bakker heeft een brood gebakken.
--> Wie/wat wordt/worden gebakken? --> een brood--> een brood is lijdend voorwerp.
Een zelfstandig werkwoord dat een lijdend voorwerp bij zich heeft of kan hebben, noemen we transitief( of overgankelijk) werkwoord. Er zijn ook zelfstandige werkwoorden die geen lijdend voorwerp bij zich kunnen hebben. Die werkwoorden noemen we intransitief( onovergankelijk).
Handig om te weten
Voorbeeld zinnen:
1.Mijn oma bakt elk weekend een appeltaart.
1. Wat bakt mijn oma elk weekend? een appeltaart
2. De leraren schrijven bijna iedere les het huiswerk voor de volgende les op het bord.
2. Wat schrijven de leraren bijna iedere les voor de volgende les op het bord? het huiswerk
3. Mijn broertje van twaalf bewondert de spits van het voetbalelftal.
3. Wat bewondert mijn broertje van twaalf? de spits van het voetbalelftal