H2.6 Oppervlakte vergroten

Inleiding.

De vergrotingsfactor kun je gebruiken bij het rekenen met oppervlaktes. Net zoals bij het rekenen met afmetingen geeft de vergrotingsfactor aan hoeveel groter of kleiner het beeld is ten opzichte van het model. Bij het rekenen met oppervlaktes wordt de vergrotingsfactor  k, k2 keer zo groot. Je vergroot bij oppervlakte namelijk zowel de lengte als de breedte. Dus de lengte · k en de breedte · k  en  k · k = k2

 

Leerdoelen:

 

 

H2.6 opdracht 1.

 

H2.6 opdracht 2.

 

H2.6 opdracht 3.

sdvf

 

 

Kennisbank.

Oppervlakte vergroten.

Je kunt op drie manieren de vergrotingsfactor gebruiken bij het rekenen met oppervlaktes:

1. De vergrotingsfactor berekenen.

Als je zowel de oppervlakte van het model als de oppervlakte van het beeld weet kun je de vergrotingsfactor berekenen. Dit doe je door de oppervlakte van het beeld te delen door de oppervlakte van het model. De vergrotingsfactor is de wortel hiervan. Je krijgt:

 

vergrotingsfactor =

 

Waarom een wortel? Omdat de wortel het tegenovergestelde van het kwadraat is.

 

2. De oppervlakte van het beeld berekenen.

Als je de oppervlakte van het model en de vergrotingsfactor weet, kun je de oppervlakte van het beeld berekenen. Dit bereken je door de oppervlakte van het model te vermenigvuldigen met de vergrotingsfactor in het kwadraat. Je krijgt:

 

Oppervlakte beeld = Oppervlakte model ⋅ Vergrotingsfactor2

 

 

 

H2.6 opdracht 4.

sdvf

 

H2.6 opdracht 5.

sdvf

 

H2.6 opdracht 6.

sdvf

 

H2.6 opdracht 7.

sdvf

 

H2.6 opdracht 8.

sdvf

 

H2.6 opdracht 9.

sdvf

 

H2.6 opdracht 10.

sdvf