Herhaling

Herhaling opdracht 1

Bekijk de figuur op je werkblad.

  1. Teken door L de lijn k loodrecht op lijn m
  2. Teken lijn r evenwijdig aan lijn m door punt P.

 

Herhaling opdracht 2

Bekijk de figuren op je werkblad.

  1. Zet in zijden die even lang zijn de even lang tekentjes. Doe dit met blauw kleurpotlood.
  2. Zet in zijden die evenwijdig zijn evenwijdig tekentjes. Doe dit met groen kleurpotlood.
  3. Teken met rood kleurpotlood de diagonalen in de figuren.
  4. Staan diagonalen loodrecht op elkaar, zet er dan een tekentjes bij.

 

Herhaling opdracht 3

  1. Teken in je schrift een lijnstuk PQ. Het lijnstuk moet 5 cm lang zijn.
  2. Teken  ∠P = 60o en ∠Q = 120o
  3. Maak er nu een parallellogram van.
  4. Zet bij de hoekpunten van je parallellogram de hoofdletters PQRS.

 

Herhaling opdracht 4

  1. Teken een cirkel met een diameter van 8 cm
  2. Hoe ver moest jij je passerbenen uit elkaar zetten om deze cirkel te kunnen tekenen?

 

 

Herhaling opdracht 5

Hiernaast zie je een tent met een hoogte van 2,4 m.

De breedte van de tent is 3 meter en de lengte is 3,8 meter.

Bereken de inhoud van de tent. Rond af op twee decimalen.

 

 

    Herhaling opdracht 6

    Bekijk de balk hiernaast.

    Bereken de inhoud van de balk, schrijf je berekening op.

     

     

    Herhaling opdracht 7

    Bereken de inhoud van de piramide.
    Schrijf je berekening op en rond je antwoord af op een heel getal.

     

     

     

     

     

    Herhaling opdracht 8

    Een regenton heeft een diameter van 90 cm en een hoogte van 130 cm.

    1. Bereken de inhoud van de regenton in cm³

     

    Het water in de ton staat 40 cm hoog.

    1. Bereken de inhoud van het water in de regenton (in cm³).
    2. Hoeveel water (in cm³) kan nog in de regenton erbij?

     

    Tijdens een regenbui komt er 4 liter per minuut bij.

    1. Na hoeveel minuten is de regenton vol?

     

     

     

    Herhaling opdracht 9

    Hierbnaast zie je de voortent van een caravan met een breedte van 2,6 meter en een lengte van 5,2 meter.

    De tent heeft de vorm van een prisma.

    1. Maak een schets van het 'grondvlak' van deze tent. Zet de maten erbij.
    2. Het grondvlak kun je verdelen in een rechthoek en een driehoek. Teken deze 'scheidingslijn' in je schets van opdracht a.
    3. Bereken de oppervlakte van het grondvlak.
    4. Bereken de inhoud van de tent.

     

     

    Herhaling opdracht 10
    Hiernaast zien we een samengestelde ruimtefiguur.

    1. Uit welke twee ruimtefiguur is dit figuur samengesteld? Noteer de namen in je schrift.
    2. Welke formules voor inhoud gebruiken we bij deze twee figuren. Noteer beide formules in je schrift.
    3. Bereken de inhoud van de onderkant van deze samengestelde figuur.
    4. Bereken de inhoud van de bovenkant van deze samengestelde figuur.
    5. Bereken de totale inhoud van de samengestelde ruimtefiguur.

     

    Herhaling opdracht 11

    Teken in je schrift een balk ABCD EFGH met AB = 5cm, BC = 4 cm en AE = 3 cm.

    Zet ook de hoekpunten bij je balk.

     

    Herhaling opdracht 12

    Bereken de lengte van BG in de balk

    Teken doorsnede BGHA op ware grootte.

     

     

     

     

     

     

    Herhaling opdracht 13

    Hiernaast zie je een tekening van een balk. HR = EP  en RG = 2 cm.

    1. Je weet dat RG = 2cm, hoe lang is HR dan?
    2. Neem de tekening met geodriehoek en potlood over in je schrift.
    3. Verbind punt P met punt R, Punt R met punt D, punt D met punt A en punt A met punt P
    4. Schets doorsnede APRD in je schrift.
    5. Bereken de ontbrekende maten van APRD.
    6. Teken APRD op ware grootte.

     

    Herhaling opdracht 14

    Bekijk het bouwwerkje hiernaast.

    1. Teken het bovenaanzicht. Zet in de stapels het aantal blokjes
    2. Teken het zij aanzicht in je schrift. Maak gebruik van de ruitjes van je schrift en teken met potlood en geodriehoek.

     

     

     

     

    Extra moeilijke opdracht

    Herhaling opdracht 15

    Wanneer je een grote hoeveelheid posters besteld worden deze in apparte kokers naar je toegezonden. Een koker heeft een diameter van 20 cm en is net zo hoog als de doos.

    De kokers worden in een grote kartonnendoos gestopt. In de ruimte tussen de kokers wordt opvulmateriaal zoals piepschuimbolletjes gestopt.

     

    De fabrikant van de posters wil graag weten hoeveel liter piepschuimbolletjes hij nog in de ruimte tussen de kokers moet stoppen.

     

    Bereken voor de fabrikant de inhoud van de ruimte tussen de kokers. Rond je antwoord af op 1 decimaal. Denk er aan, je antwoord moet in liters gegeven worden.