H3.1 Voorkennis

Inleiding.

Als voorkennis bij het hoofdstuk lineaire formules herhalen we onze kennis over het maken en invullen van een tabel en het tekenen van een grafiek bij de tabel.

 

Leerdoelen:

 

 

Kennisbank.

Het tekenen van een tabel.

Een tabel bestaat uit twee onderdelen: invoer en uitvoer.
Voor invoer wordt er binnen wiskunde vaak de letter X gebruikt, voor de uitvoer de letter Y. Deze letters zie je dan ook vaak in tabellen of formules terug komen.

 

 

 

Hierboven zie je een tabel getekend. De invoer zet je  op de bovenste regel van je tabel, De uitvoer komt op de onderste regel. Je ziet dat er voor invoer al 4 getallen zijn ingevuld. Om een uitvoer in te kunnen vullen moeten we eerst wat te berekenen hebben.

 

Een voorbeeld:

In het machientje hieronder zie je dat wanneer je iets invoert, je dat eerst vermenigvuldigd met 3 en daarna er nog 4 bij op telt.

 

Vul je voor invoer (x) het getal 2 in dan krijg je: Vul je voor invoer (x) het getal 7 in dan krijg je
2 10 7 25

                                 

In plaats van allerlei losse berekeningen opschrijven kun je dit ook netjes in een tabel invullen. Je krijgt dan de volgende tabel.

Het fijne aan werken met een tabel is dus dat je niet al je berekeningen hoeft op te schrijven, het is overzichtelijk en je kunt vaak gebruik maken van je tabel om verder te rekenen.

 

 

H3.1 opdracht 1.

Bekijk het machientje hieronder. Schrijf daarna netjes je berekeningen op.
  1. Voer het getal 5 in, bereken de uitkomst.
  2. Voer het getal 9 in, bereken de uitkomst.
  3. Neem de tabel over in je schrift en vul deze netjes in.

 

 

H3.1 opdracht 2.

 

Bekijk het machientje hieronder. Schrijf daarna netjes je berekeningen op.
  1. Voer het getal 8 in, bereken de uitkomst.
  2. Voer het getal 12 in, bereken de uitkomst.
  3. Neem de tabel over in je schrift en vul deze netjes in.

 

H3.1 opdracht 3.

Je kunt natuurlijk ook tabellen invullen wanneer je niet werkt met een machientje maar bijvoorbeeld met een formule
  1. Voer het getal 2 in, bereken de uitkomst.
  2. Voer het getal 0 in, bereken de uitkomst.
  3. Voer het getal -3 in, bereken de uitkomst.
  4. Neem de tabel over in je schrift en vul deze netjes in.

 

 

H3.1 opdracht 4.

Vul onderstaande tabel in. Gebruik het bijbehorende pijlenschema

 

H3.1 opdracht 5.

Ook bij een verhaaltje kun je natuurlijk een tabel invullen.

Mikail heeft voor zijn verjaardag een schildpad gekregen. Elke maand weegt en meet Mikail zijn schildpad om de groei van het diertje bij te houden.

Toen Mikail de schildpad kreeg woog het diertje 320 gram. Elke maand wordt de schildpad 40 gram zwaarder.
  • Houdt voor Mikail een tabel bij met daarin de groei van zijn schildpad gedurende het eerste jaar.
  • Maak handige stapjes zodat je tabel niet te lang wordt.
  • Denk ook goed na over de woordjes die je voor invoer en uitvoer wilt gebruiken.

 

Kennisbank

Grafiek tekenen bij een tabel.

Het tekenen van een grafiek bij een tabel is een handeling, iets dat je moet kunnen laten zien. Dit leer je vooral door te oefenen en te doen. Kijk maar eens naar de twee fimpjes onder aan deze uitleg. Hierin worden de stapjes voor het tekenen van een grafiek bij een tabel uitgelegd en voorgedaan.

Teken ook de grafiek met het filmpje mee.

Je kunt dus aan je docent de door jou getekende grafiek laten zien.

 

Uitleg 1   Uitleg 2
 

 

 

H3.1 opdracht 6.

Hieronder zie je een ingevulde tabel en een leeg assenstelsel.

  1. Neem het assenstelsel over in je schrift.
  2. Denk na over de verdeling van de y-as. Maak handige stapjes en vul bij de y-as deze stapjes in.
  3. Vul ook de stapjes op de x-as in.
  4. Teken de punten uit je tabel in je assenstelsel.
  5. Verbind de punten met een lijn, zo ontstaat er een grafiek.

 

H3.1 opdracht 7.

Hieronder zie je de grafiek van het aantal woningen dat in rotterdam per jaar is bijgebouwd.

  1. In de grafiek is een scheurlijntje (zaagtand) getekend. Waarom zou de maker dit gedaan hebben?
  2. Lees uit de grafiek af welke informatie er bij de x-as is verwerkt.
  3. Lees in de grafiek af hoeveel woningen er in het jaar 1995 zijn bijgebouwd.
  4. Teken een tabel bij de grafiek.

 

H3.1 opdracht 8.

Hieronder zie je de tabel die hoort bij de prijs van het huren van een persoonlijke trainer.

  1. Kijk goed naar de gegevens van de y-as. Hoe groot ga je de stapjes op de y-as maken? Kun je ook een scheurlijntje gebruiken?
  2. Teken een assenstelsel in je schrift die pas bij de tabel hierboven. Maak je assen niet langer dan 10 cm.
  3. Teken de punten die volgen uit de tabel in je assenstelsel. Verbind de punten met een lijn zodat er een grafiek ontstaat.

 

H3.1 opdracht 9.

Hieronder zie je wederom een tabel.

  1. Kijk goed naar de gegevens van de y-as. Hoe groot ga je de stapjes op de y-as maken? Kun je ook een scheurlijntje gebruiken?
  2. Teken een assenstelsel in je schrift die pas bij de tabel hierboven. Maak je assen niet langer dan 10 cm.
  3. Teken de punten die volgen uit de tabel in je assenstelsel. Verbind de punten met een lijn zodat er een grafiek ontstaat.