3.4 opdracht 1.
Een taxibedrijf laat de prijs voor een rit afhangen van het aan kilometers van de rit. In de grafiek hiernaast zie je het verband tussen de afstand in km en de ritprijs in euro |
|
|
|
||
3.4 opdracht 2.
KennisbankWanneer je het begingetal en de stapgrootte/hellingsgetal in een verhaaltje, tabel of grafiek herkent of kunt vinden. Dan kun je een lineaire formule maken.
Een lineaire formule heeft namelijk een vast voorschrift (een vast invulschema).
Leer het vaste voorschrift van een lineaire formule uit het hoofd.
Zodra je dit schema kent, dan moet het nog leren invullen. |
VoorbeeldVoorbeeld 1. Formule bij een context (verhaaltje) Herken jij in het verhaaltje een vorm van regelmaat (herhaling), er komt iedere keer hetzelfde bij, dan hoort er een lineaire formule bij die context (verhaaltje).
In het voorbeeld krijgt Shanna per uur €2,50 (dit herhaalt zich dus elk uur) De formule wordt dan dus: y = a • x + b Verdiensten = .... • aantal uren + .... Verdiensten = 2,50 • aantal uren + 6
|
3.4 opdracht 3.
| Jolijn fietst elke dag naar school. Zonder verkeerslichten doet Jolijn 10 minuten over de route naar school. Helaas komt Jolijn heel veel verkeerlichten tegen op haar weg van school naar huis. Per rood verkeerslicht moet zij gemiddeld 45 seconden wachten. Als Jolijn weet hoeveel rode verkeerslichten zij onderweg tegen zal komen dan kan zij berekenen hoe lang ze onderweg is naar school.
|
||
|
3.4 opdracht 4.
|
Maya organiseert een groot feest. Ze heeft voor 1200 euro een grote zaal gehuurd, een Dj gehuurd voor 500 euro en voor 600 euro aan drankjes en hapjes ingekocht. In totaal heeft zij dus 2300 euro uitgegeven. Maya wil graag uitrekenen hoeveel bezoekers er minimaal moeten komen om uit de kosten te komen. Ook zou Maya het leuk vinden winst te maken zodat ze vaker feesten kan organiseren
|
|
|
|
||
3.4 opdracht 5.
Lees het krantenartikel hieronder en bekijk de grafiek die in het krantenartikel staat.

Voorbeeld 2Bij een tabel werkt het net zo als bij het verhaaltje. Herken je regelmaat (herhaling) in de tabel, dan hoort er een lineaire formule bij.
Bij de verdiensten van Willem hoort onderstaande tabel.
Deze tabel lijkt niet meteen regelmatig. Maar wanneer je de boogjes bij de tabel tekent zie je het misschien al iets duidelijker.
Als nog, het lijkt niet echt regelmatig. Maar wanneer je de stapjes boven allemaal even groot maakt, dan worden de stapjes onder ook allemaal even groot. Kijk maar.
Wanneer je het getal bij het onderste boogje deelt door het getal bij het bovenste boogje krijg je telkens dezelfde uitkomst. Elk stapje (van 1 uur) is 3 euro waard.
De stapgrootte is dus 3 (per uur krijgt hij 3 euro)
Het begingetal kon je al vinden in een tabel. Deze staat onder nul in je tabel.
Je hebt het begingetal afgelezen (onder nul in je tabel) en je stapgrootte/hellingsgetal berekend, dan kun je nu de formule gaan maken.
Stappenplan formule bij een tabel.
|
3.4 opdracht 6.
|
Tijdens een scheikundeproef houden de leerlingen hun metingen bij. Bij elke meting noteren zij het aantal ml dat van de stof overblijf. In de tabel hieronder zie je de uitkomsten van de metingen.
|
|
|
|
||
3.4 opdracht 7.
|
De scooter van Rhama is stuk. Er moet een onderdeel vervangen worden. Voor het repareren van de scooter moet je naast een nieuw onderdeel ook nog de arbeidskosten betalen.
|
|
|
|
||
3.4 opdracht 8.
Voorbeeld 3
Bekijk eerst het filmpje bij deze uitleg. Daarna kun je de uitleg hieronder gebruiken als samenvatting. (neem de 5 stappen over in je schrift!)
Hoe maak je een formule bij een grafiek.
y = hellingsgetal • x + begingetal
van de x de woordjes van de x-as.
|
3.4 opdracht 9.
| In de grafiek hiernaast zie je het verband tussen het aantal fouten en het cijfer. De grafiek is een rechte lijn. Bij de grafiek hoort een lineaire formule. |
|
|
|
||
3.4 opdracht 10.
|
Redouan brengt iedere woensdag folders rond. Hoeveel hij verdient, hangt af van het aantal folders dat hij rondbrengt.
|
|
|
|
||
3.4 opdracht 11.