Herhaling

§1 (Lijn)symmetrie

§1 Spiegelen door een lijn

 

 

 

 

H1 herhaling opdracht 1

Bekijk de afbeelding hiernaast. Deze staat ook op je werkblad.

Spiegel de figuren steeds in de spiegelas s:

 

 

 

 

 

 

H1 herhaling opdracht 2

De driehoek die je hiernaast getekend ziet staat ook op je werkblad.

Spiegel driehoek ABC in lijn l. Noem de beeldfiguur A’B’C’.

 

 

 

 

 

H1 herhaling opdracht 3

Spiegel rechthoek ABCD in lijn m. Noem de beeldfiguur A’B’C’D’.

 

H1 herhaling opdracht 4

  1. Teken in een assenstelsel de punten A(-6, 0), B(-3, -4), C(2, -4) en D(5,0).
  2. Teken vierhoek ABCD
  3. Wat voor soort vierhoek is ABCD?
  4. Teken in vierhoek ABCD met rood de symmetrieas.
  5. Spiegel vierhoek ABCD in de x-as

 

 

 

§2 draaisymmetrie en puntsymmetrie.

 

§2 Overstaande hoeken

 

 

H1 herhaling opdracht 5

Bekijk de verkeersborden hiernaast. Deze staan ook op je werkblad.

  1. Teken met rood kleurpotlood de symmetrieassen in de verkeersborden die lijnsymmetrisch zijn.
  2. Bereken van verkeersbord 6 en 11 de kleinste draaihoek.
    Schrijf de berekening op in je schrift.

 

 

 


H1 herhaling opdracht 6

Draaisymmetrie

 


H1 herhaling opdracht 7

Overstaande hoeken

 

H1 herhaling opdracht 8

Overstaande hoeken

 

Bijzondere driehoeken.

 

H1 herhaling opdracht 9

  1. Teken in een assenstelsel de punten A(-3, -2), B(3, -2) en C(0, 4).
  2. Teken ∆ABC.
  3. Wat voor soort driehoek is ∆ABC?
  4. Geef met tekentjes aan welke onderdelen van de driehoek gelijk zijn.
  5. Spiegel de driehoek in de x-as. Noem de beeldfiguur A’B’C’.

 

    H1 herhaling opdracht 10

    Bekijk de driehoek op je werkblad. Gebruik je geodriehoek gebruiken om bijvoorbeeld de zijden op te meten.

    1. Teken de symmetrieas(sen) in de driehoek.
    2. Zet tekentjes in zijden die even lang zijn.
    3. Zet tekentjes in hoeken die even groot zijn.

     

    H1 herhaling opdracht 11

    1. Teken in je schrift een gelijkzijdige driehoek. Noem de driehoek KLM.
    2. Zet tekentjes in de zijden die even lang zijn.
    3. Teken met een groen kleurpotlood de symmetrieasse in je driehoek.
    4. Zet twee O in hoeken die even groot zijn.