1.2 Spiegelen

Inleiding.

De tweede paragraaf van hoofdstuk 1 gaat over spiegelen door een lijn. Nu je namelijk weet wat lijnsymmetrie is, kunnen we daar verder mee experimenteren. Behalve dat we een figuur kunnen vouwen op zichzelf kunnen we een figuur namelijk ook spiegelen door een lijn.

 

Leerdoelen bij paragraaf 1.

 

 

Kennisbank

Loodrecht tekenen.

Voordat we figuren gaan spiegelen door een lijn herhalen we eerst onze kennis over het tekenen van loodrechte lijnen.

 

Bekijk het eerste filmpje (linker) hieronder maar eens.

Loodrecht tekenen met je geodriehoek    Middelloodlijn tekenen

 

Middelloodlijn.

Behalve een loodrechte lijn tekenen met je geodriehoek leren we ook wat een middelloodlijn is. De naam zegt het eigenlijk al:
Middel → het midden en loodlijn → loodrecht.

 

Een middelloodlijn teken je dus precies in het midden van een lijn, loodrecht erop.

Een middelloodlijn geeft het midden tussen twee punten aan.

 

Bekijk het tweede filmpje hierboven maar eens (rechter)

 

 

 

 

H1.2 opdracht 1

Bekijk de afbeelding op je werkblad.
Meet met je geodriehoek de hoeken na. Zet in loodrechte hoeken het loodrecht tekentje.

 

H1.2 opdracht 2

Bekijk de afbeelding hiernaast. Deze staat ook op je werkblad.

  1. Meet de lengte van lijn P. Zet dit bij lijn P.
  2. Teken de middelloodlijn van lijn P.
  3. Teken door T de lijn g loodrecht op lijn P.
  4. Teken door O de lijn n loodrecht op lijn P.

 

H1.2 opdracht 3

Op je werkblad staan verschillende punten. Lees de vragen hieronder eerst goed door, teken daarna op je werkblad met (kleur)potlood wat er gevraagd wordt.

  1. Verbind punt A met punt B zodat lijnstuk AB ontstaat.
  2. Meet met je geodriehoek de afstand tussen punt A en punt B (de lengte van lijnstuk AB).
  3. Zet precies in het midden tussen deze twee punten een stip.
  4. Teken nu de middelloodlijn van lijnstuk AB.
  5. Zet een stip op de door jou getekende middelloodlijn.
  6. Meet nu eens de afstand van je stip tot punt A, en daarna tot punt B. Beschrijf wat jou opvalt.
  7. Zet een tweede stip op de door jou getekende middelloodlijn. Meet weer de afstand tot punt A en daarna tot punt B. Wat valt je nu weer op?
  8. Wat kun je nu zeggen over punten die op de middelloodlijn liggen?

 

H1.2 opdracht 4

  1. Teken een assenstelsel met een x-as van -4 tot 5 en een y-as van -2 tot 4.
  2. Teken de volgende punten in je assenstelsen A(-3 , -1), B(3 , 4), C(-1, 2)
  3. Verbind punt A met punt B zodat lijnstuk AB ontstaat.
  4. Teken door punt C de lijn g loodrecht op lijnstuk AB.
  5. Teken de middelloodlijn van lijnstuk AB.
  6. Controleer:
    Heb je in alle rechte hoeken loodrechttekentjes gezet?
    Heb je in lijnstukken die evenlang zijn even lang tekentjes gezet?

 

     

    Kennisbank

    Spiegelen door een lijn.

    Figuren kun je spiegelen in een lijn. Het figuur dat gespiegeld wordt noem je het origineel. Het figuur dat je erbij tekent wordt het spiegelbeeld of het beeld genoemd.

    • Het spiegelbeeld van het punt A schrijf je als A'.
    • Punten spiegel je altijd loodrecht door de spiegel as.
    • Punt A staat even ver van de spiegelas als punt A'. De spiegelas is als het ware de middelloodlijn van je figuur.
    • Teken de hulplijntjes met potlood, stippel deze.

     

    In het filmpje hieronder wordt goed voorgedaan hoe je een figuur kunt spiegelen door een lijn.

    Een figuur spiegelen door een lijn is een vaardigheid. Iets dat je moet kunnen voordoen. Je kunt het helaas niet helemaal uit je hoofd leren, je moet het vooral doen, oefenen, foutjes maken en verbeteren.

    Wat wel handig is, schrijf voor jezelf een stappenplan op zodat je stapje voor stapje te werk gaat.

     

     

    H1.2 opdracht 5

    Spiegel de volgende figuren in de rode symmetrieas

    :

     

     

     


    H2.2 opdracht 6

    Op je werkblad zie je de afbeelding zoals die hiernaast staat.

    Driehoek ABC wordt gespiegeld door lijnstuk KL.
    Het begin van de hulplijntjes is al voor je getekend.

     

    Maak de spiegeling af.

     

     

     

     


    H1.2 opdracht 7

    Hiernaast zie je driehoek PQR. De driehoek wordt gespiegeld in lijn m.

         

     

     

     


    H1.2 opdracht 8

    SpiegelenHiernaast zie je vierhoek PQRS. Vierhoek PQRS wordt gespiegeld in de spiegelas. Maak op je werkblad het spiegelbeeld van de vierhoek. Noem het spiegelbeeld P'Q'R'S'.

     

     

     

     

     


    H1.2 opdracht 9

    Spiegel op je werkblad ΔABC door lijnstuk DE.
    Teken ook je hulplijntjes. Werk netjes! gebruik je (kleur)potloden.

     

    Noem je spiegelbeeld A'B'C'

     


    H1.2 opdracht 10

    1. Teken zelf een driehoek of vierhoek in je schrift.
    2. Teken er een spiegelas naast.
    3. Spiegel je figuur door de spiegel as.
    4. Zet er ook letter bij.