H5.1 opdracht 1
Wanneer er gewerkt wordt met een deelstreep, dan reken je eerst het gedeelte boven de deelstreep uit, daarna het gedeelte onder de deelstreep. Je maakt dan de deling die overblijft.
Voorbeeld:
=
= 8
=
=
=
6
Schrijf over en reken uit. Schrijf de tussenstappen ook op.
KennisbankLineaire formules.Aan het begin van dit leerjaar heb je kennis gemaakt met lineaire formules. Dit zijn formules waar regelmaat in voorkomt. Met regelmaat bedoelen we gelijke toe- of afname. Een soort herhaling.
In een tabel kun je dat goed laten zien.
Hieronder zie je het internetgebruik van Kevin.
We zien hier een voorbeeld van gelijkmatige afname. Maak je boven in je tabel (op de x-as) stapjes van 1, dan gaan er onder in je tabel telkens 5 vanaf.
Contexten (verhaaltjes)Is er in het verhaaltje (context) of in de tabel sprake van herhaling (regelmaat) dan kunnen we er een lineaire formule bij maken. Een lineaire formule heeft altijd een vast schema. Dit schema zie er als volgt uit:
Uitvoer = begingetal + stapgrootte x invoer.
Een lineaire formule bestaat dus uit twee verschillende stukken:
|
H5.1 opdracht 2
H5.1 opdracht 3
H5.1 opdracht 4 
Bekijk de lineaire formules hieronder. Schrijf van iedere formule de stapgrootte en het begingetal op. Je mag de tabel op het werkblad gebruiken
y = 2 + 3x L = -2a + 6 R = 3b - 7 N = 2 + 4t p = 12 - 4k
| Formule | begingetal | Stapgrootte |
| y = 2 + 3x | 2 | +3x |
| L = -2a + 6 | ||
| R = 3b - 7 | ||
| N = 2 + 4t | ||
| p = 12 - 4k |
H5.1 opdracht 5
KennisbankEen formule maken bij de tabel.Met behulp van dit schema kun je bij een tabel met regelmaat een lineaire formule maken. Voorbeeld 1.Jasmina maakt in haar vrije tijd graag foto's. Deze laat zij online afdrukken. Als je online iets bestelt zitten daar natuurlijk bezorgkosten aan vast. Ook betaal je per foto een klein bedrag. De tabel hieronder gaat daar over.
Wanneer we een formule maken bij een regelmatige tabel vullen we de onderdelen van ons vaste schema in: uitvoer = begingetal + stapgrootte x invoer
De verschillende onderdelen zet je op de goede plaats in het schema uitvoer = begingetal + stapgrootte x invoer prijs = 2,50 + 0,20 x aantal foto's
Met de formule kun je nu bijvoorbeeld ook uitrekenen wat het kost als je 20 foto's besteld. Je vult dan het aantal van 20 in op de plek van de foto's. Daarbij hoort de volgende berekening. prijs = 2,50 + 0,20 x aantal foto's prijs = 2,50 + 0,20 x 20 = 6,50
|
H5.1 opdracht 6
Bekijk de tabel hieronder.

H5.1 opdracht 7
De tabel hierboven lijkt niet regelmatig, hij is het echter wel.
Op je werkblad staat de tabel ook afgebeeld.
| ..9. | ![]() |
Stapgrootte en begingetal bij tabellen. |
Bekijk de drie tabellen hieronder. Bij twee tabellen hoort een lineaire formule. Noteer van deze tabellen de stapgrootte en het begingetal.

H5.1 opdracht 8
H5.1 opdracht 9
KennisbankHerhalingWanneer je voor een groot feest een zaal huurt kost dat natuurlijk geld. Ook de consumpties per persoon (wat je eet en drinkt) kost natuurlijk geld. De tabel hieronder gaat daar over.
We zoeken in de tabel de verschillende onderdelen op
Vul nu het vaste schema in om de formule bij de tabel te maken uitvoer = begingetal + stapgrootte x invoer prijs = 500 + 5 x aantal feestgangers
Met de formule kun je berekenen wat het kost als er bijvoorbeeld 40 personen naar je feest komen.
prijs = 500 + 5 x aantal feestgangers prijs = 500 + 5 x 40 = 700 |
H5.1 opdracht 10
Bekijk de tabel hieronder.

H5.1 opdracht 11
H5.1 opdracht 12

Bekijk de tabel hierboven.
H5.1 opdracht 13
Bekijk de tabel hierboven. Deze tabel lijkt in eerste instantie niet regelmatig.
Nog een voorbeeld.
Rosalie fietst elke dag van huis naar school en weer terug. Dat is elke dag 16 km in totaal.
Op haar fietscomputertje kan zij het totaal aantal kilometers bijhouden. Dat aantal zie je rechts onder in het display. Rosalie heeft in totaal al 320 km gefietst op haar fiets.
Ook hier kunnen we natuurlijk een tabel bij invullen.

We zien hier dat wanneer we boven in de tabel (x-as) stapjes van 1 maken er onder in de tabel telkens 16 bijkomen.