1.1 Lijnsymmetrie

Inleiding.

De eerste paragraaf van hoofdstuk 1 gaat over (lijn)symmetrie. We behandelen de volgende leerdoelen.

 

Leerdoelen bij paragraaf 1.

 

 

Kennisbank

Wat is symmetrie?

Een symmetrische figuur bestaat uit twee helften die precies op elkaar passen. Kijk maar naar de vlinder hieronder.

jan watteeuw: Ogen

Je kunt ook zeggen dat je de twee helften op elkaar kunt vouwen.

De lijn waarom je vouwt heet de spiegelas of symmetrieas. We noemen dit ook wel spiegelsymmetrie of lijnsymmetrie.

Je krijgt hetzelfde effect als je de ene helft tegen de spiegel houdt; in de spiegel krijg je dan de andere helft te zien.

 

Soms kun je een figuur op verschillende manieren dubbelvouwen, kijk maar eens naar de afbeelding hieronder.

Symmetrie

 

Symmetrie wil dus zeggen aan beide kanten gelijk.

 

 


H1.1 opdracht 1

Teken in iedere figuur de spiegelassen; De lijn waarlangs je de figuur kunt dubbelvouwen.Op je werkblad staat de volgende afbeelding.

Let op! Het kan zo zijn dat de figuur geen spiegelassen heeft.

 

 

H1.1 opdracht 2

Op je werkblad staat de volgende afbeelding.

  1. Welke figuren hebben precies twee symmetrieassen? Noteer de nummers van de figuren in je schrift.
    Teken met rood kleurpotlood beide symmetrieassen in de figuren.
    .
  2. Welke figuur heeft geen symmetrieassen?
    .

  3. Welke figuur heeft precies één symmetrieas?
    Teken met groen kleurpotlood de symmetrieas.
    .

  4. Welke figuur heeft 5 symmetrieassen?
    Teken met blauw kleurpotlood de symmetrieassen.

 

 

H1.1 opdracht 3

Bekijk de afbeelding hiernaast. Geef daarna van iedere figuur het aantal symmetieassen aan (spiegellijnen)

symmetrie-assen.JPGMaak een schema in je schrift:

Figuur Aantal symmetrieassen
A  
B  
C  
D  

* heeft een figuur geen symetrieassen schrijf dan nul op (0)

 

 

H1.1 opdracht 4

Schrijf in je schrift de definitie (betekenis) op van het begrip symmetrie.

Vindt je lijnsymmetrie nog lastig? oefen dan verder door  op de knop  applet te klikken.

 

 


H1.1 opdracht 5

Bekijk de afbeelding hieronder. Je ziet hier verschillende logo's.

Geef van iedere logo het aantal symmetrieassen aan. Noteer de antwoorden in je ruitjesschrift

 

H1.1 opdracht 6

Hierboven zie je 3 figurren.

  1. Het eerste logo, de ster, hoeveel symmetrieassen kun je daar in tekenen?
  2. Het tweede logo is niet lijnsymmetisch. Schrijf in je ruitjesschrift op waarom dit logo niet lijnsymmetrisch is.
  3. Als 3e logo zie je het logo van de Euopese unie. Teken op het werkblad de symmetrieassen in dat logo.

 

H1.1 opdracht 7

Veel logo’s zijn lijnsymmetrisch.

Het logo hiernaast is opgebouwd uit rechthoekjes en vierkantjes.

  1. Is het logo lijnsymmetrisch?
  2. Zo ja, teken alle symmetrieassen.

 

 

 

 

H1.1 opdracht 8

Je ziet de 26 hoofdletters uit het alfabet.

  1. Welke hoofdletters zijn lijnsymmetrisch?
  2. Welke hoofdletters hebben twee of meer symmetrieassen?
  3. Teken op je werkblad de symmetrieassen in de letters.