Dinosaurussen aten al gras, dus zo lang bestaat gras al. Gras heb je in een weiland, in de tuin, je kunt er op voetballen of lekker op liggen. Het wordt op verschillende manieren toegepast in de buitenruimte. Gras heeft verschillende gebruiksdoelen en wordt daarom ook verschillend onderhouden. Als je de gebruiksdoelen van gras kent en weet hoe gras onderhouden moet worden, kun je dat zelf ook.
Lees de theorie door en maak dan de vragen en de praktijkopdracht
Gras lijkt niet meer dan een stengel met zaden, maar het is wel een heel belangrijk product. Dieren eten gras. En weet je dat gras ook een groot deel van het voedsel voor de mens is? Rijst, tarwe en maïs zijn namelijk ook grassoorten. Mensen eten niet, net als dieren, de grasbladeren, maar de zaden. Er zijn één- en meerjarige grassoorten. Meerjarig gras is erg sterk. Dit gras slaat zijn voedselresten onder de grond op. Daarom is het niet erg als het voortdurend kort gemaaid wordt of gegeten wordt. Binnen korte tijd groeien er weer nieuwe sprietvormige bladeren uit. Graswortels kunnen wel 1 meter lang worden.
Gras heeft verschillende gebruiksdoelen in de buitenruimte.
Het gras dat gebruikt wordt, bestaat niet uit één grassoort. Het is een mengsel van grassoorten. Er bestaan veel verschillende mengsels. Elk mengsel wordt afgestemd op het gebruiksdoel. Een mengsel voor weide bestaat uit andere grassoorten dan dat voor siergazon. Bij het kiezen van een grasmengsel moet je letten op de grondsoort, de ligging (zon/schaduw) en het gebruiksdoel.
Onderhoud van gras
Gras wordt voor verschillende doelen gebruikt. Het onderhoud is afhankelijk van dat gebruiksdoel. Een berm hoeft bijvoorbeeld niet zo kort gemaaid te worden als een sportveld. In de tabel staan voor weides, bermen, sportvelden en siergazon de meest voorkomende onderhoudswerkzaamheden.
Gras kun je het beste zaaien in het voorjaar of in de nazomer. Voordat je gaat zaaien moet de grond fijn en vast zijn. Daarvoor moet je de grond harken, verdichten en weer losharken. Zaaien kun je met de hand doen, maar ook machinaal.
Verdichten
Voordat je gaat zaaien moet de grond fijn en vast zijn. Bij een grond vol kluiten komt het zaad te diep te liggen.
Je gaat dus eerst harken. Losse grond droogt snel uit. Daarom ga je de grond vervolgens verdichten. Dit kun je doen door de grond regelmatig aan te trappen. Je kunt de grond ook rollen met een zware rol.
Losharken
Na het verdichten moet je de bovenste twee tot drie centimeter van het zaaibed weer losharken. Zo kan het zaad beter ontkiemen en kunnen de kiemwortels makkelijk de ondergrond in.
Bemesten
Soms moet je de grond bemesten. Door de bemesting groeit het gras straks harder.
Bemesten van een toekomstig grasveld gebeurt meestal met kunstmest. De kunstmest wordt in korrels over de bewerkte grond gestrooid. Als je zaaibed klein is, doe je dit met de hand. Je moet de mest gelijkmatig verdelen.
Zaaiperiode
Gras kun je het beste zaaien in het voorjaar (half maart tot begin mei) of in de nazomer (begin augustus tot half september). Dan is de temperatuur hoog genoeg om het graszaad te laten kiemen en is er voldoende neerslag.
Je moet zowel op de bodemtemperatuur als de buitentemperatuur letten. Je kunt wel in de zomer zaaien, maar de kans dat het mislukt is groter. De buitentemperatuur is dan meestal te hoog. In de winter wordt helemaal niet gezaaid. De bodemtemperatuur is dan te laag. Het graszaad kan niet ontkiemen.
Zaaien
Als je al het voorbereidende werk gedaan hebt, kun je zaaien. Het zaaien moet regelmatig gebeuren. Het graszaad moet goed verdeeld worden over de grond. Het beste resultaat krijg je als het windstil is. Na het zaaien moet je het graszaad inharken.
Klik op de onderstaande link en volg de aanwijzingen in de opdracht.