JavaScript-syntaxis is de set regels, hoe JavaScript-programma's zijn opgebouwd:
var x, y, z; // Declare Variables
x = 5; y = 6; // Assign Values
z = x + y; // Compute Values
De JavaScript-syntaxis definieert twee soorten waarden:
Vaste waarden worden literals genoemd .
Variabele waarden worden variabelen genoemd .
De twee belangrijkste syntaxisregels voor vaste waarden zijn:
1. Getallen; worden met of zonder decimalen geschreven:
10.50
1001
2. Strings; zijn tekst, geschreven tussen dubbele of enkele aanhalingstekens:
"John Doe"
'John Doe'
In een programmeertaal worden variabelen gebruikt om datawaarden op te slaan.
JavaScript gebruikt het var trefwoord om variabelen te declareren.
Een is-teken wordt gebruikt om waarden aan variabelen toe te wijzen.
In dit voorbeeld wordt x gedefinieerd als een variabele. Vervolgens krijgt x de waarde 6 toegewezen (gegeven):
var x;
x = 6;
JavaScript gebruikt rekenkundige operatoren ( + - * / ) om waarden te berekenen :
(5 + 6) * 10
JavaScript gebruikt een toewijzingsoperator ( = om waarden aan variabelen toe te wijzen) :
var x, y;
x = 5;
y = 6;
Rekenkundige operatoren
Rekenkundige operatoren worden gebruikt om rekenkundige bewerkingen uit te voeren op getallen:
Operator | Omschrijving |
+ | Optellen |
- | Aftrekken |
* | Vermenigvuldigen |
** | Machtsverheffen |
/ | Delen |
% | Modulus (Division Remainder) |
++ | Plus 1 |
-- | Min 1 |
JavaScript-toewijzingsoperatoren
Toewijzingsoperatoren wijzen waarden toe aan JavaScript-variabelen.
Operator | Voorbeeld | Hetzelfde als |
= | x = y | x = y |
+= | x += y | x = x + y |
-= | x -= y | x = x - y |
*= | x *= y | x = x * y |
/= | x /= y | x = x / y |
%= | x %= y | x = x % y |
**= | x **= y | x = x ** y |
De toevoeging opdracht operator ( += ) voegt een waarde toe aan een variabele:
var x = 10;
x += 5;
JavaScript vergelijkings Operatoren
Deze operatoren worden vaak gebruikt in if
constructies.
Operator | Omschrijving |
---|---|
== | equal to |
=== | equal value and equal type |
!= | not equal |
!== | not equal value or not equal type |
> | greater than |
< | less than |
>= | greater than or equal to |
<= | less than or equal to |
? | ternary operator |
if ( x==10 ) {
window.alert("Oke");
}
JavaScript logische operatoren
Om vergelijkings operatoren te verbinden gebruiken we logische operatoren.
Operator | Omschrijving |
---|---|
&& | logical and |
|| | logical or |
! | logical not |
if ( x==10 && y==5 ) {
window.alert("Oke");
}
Een expression is een combinatie van waarden, variabelen en operatoren, die tot een waarde wordt berekend.
De berekening wordt een evaluatie genoemd.
5 * 10
wordt 50
Expressies kunnen ook variabele waarden bevatten:
x * 10
De waarden kunnen van verschillende typen zijn, zoals getallen en tekenreeksen.
Bijvoorbeeld, "Jan" + "" + "Doe"
, wordt "Jan Doe"
.
JavaScript-keywords worden gebruikt om acties te identificeren die moeten worden uitgevoerd.
Het var keyword vertelt bijvoorbeeld de browser om variabelen te maken:
var x, y;
x = 5 + 6;
y = x * 10;
Niet alle JavaScript-instructies worden "uitgevoerd".
Code na dubbele schuine strepen //
of tussen /*
en */
wordt als commentaar behandeld .
Comments worden genegeerd en zullen niet worden uitgevoerd:
var x = 5; // I will be executed
// var x = 6; I will NOT be executed
ID's zijn namen. In JavaScript worden id's gebruikt om variabelen (en keywords, functies en labels) een naam te geven. De regels voor legale namen zijn vrijwel hetzelfde in de meeste programmeertalen. In JavaScript moet het eerste teken een letter zijn, of een onderstrepingsteken (_), of een dollarteken ($). De volgende tekens kunnen letters, cijfers, onderstrepingstekens of dollartekens zijn. Cijfers zijn niet toegestaan als eerste teken. Op deze manier kan JavaScript gemakkelijk identifiers van getallen onderscheiden.
Alle JavaScript-ID's zijn hoofdlettergevoelig. De variabelen lastName
en lastname
zijn twee verschillende variabelen:
var lastname, lastName;
lastName = "Doe";
lastname = "Peterson";
JavaScript interpreteert VAR of Var niet als het trefwoord var
.
Historisch gezien hebben programmeurs verschillende manieren gebruikt om meerdere woorden samen te voegen tot één variabelenaam:
Koppeltekens:
first-name, last-name, master-card, inter-city.
Koppeltekens zijn niet toegestaan in JavaScript. Ze zijn gereserveerd voor wiskundige bewerkingen.
Laag streepje:
first_name, last_name, master_card, inter_city.
Upper Camel Case (Pascal Case):
FirstName, LastName, MasterCard, InterCity.
Lower Camel Case:
JavaScript-programmeurs hebben de neiging om camel case te gebruiken die met een kleine letter beginnen:
firstName, lastName, masterCard, interCity.
JavaScript gebruikt de Unicode- tekenset.
Unicode bevat (bijna) alle tekens, leestekens en symbolen die in de wereld gebruikt worden.