Mijn digitale arrangement in Wikiwijs is gemaakt voor brugklas HAVO/VWO. Waar ik in deze verantwoording ‘hij’ heb geschreven, kan ook ‘zij’ ingevuld worden.
TPACK: Content (vakinhoud)
Er is in dit arrangement gekozen voor 3 leerdoelen: Een gezamenlijk doel met betrekking tot een grammatica-onderdeel, het gezamenlijke minimale doel: omschrijf je familie (doel A) en een doel met meer uitdaging (doel B), voor een punt extra, om te differentiëren in opbrengst en verwerking. Dit zorgt ervoor dat de leerlingen hun zelfgekozen pad kunnen volgen in het arrangement. Er is voor deze doelen gekozen omdat ze goed op elkaar aansluiten. Wanneer de leerlingen het hebben over iets van zichzelf past een familielid daar goed bij. Daarnaast is het lesdoel betekenisvol en persoonlijk gemaakt omdat de leerlingen mogen vertellen over iets van henzelf. De inhoud is afwisselend opgezet door verschillende ICT in te zetten en af te wisselen met vragen, filmpjes, een quiz en uiteindelijk een toets. De opbouw van het arrangement is logisch opgezet met behulp van de didactische lesfasen. (Geerts & van Kralingen, 2017) Allereerst wordt de aandacht gericht op het lesdoel en de voorkennis wordt geactiveerd (woordenschat en lidwoorden). Hierna worden inductieve vragen over de nieuwe stof gesteld (met een ‘nadenker’ wordt de aandacht gericht op de nieuwe stof). De nieuwe stof wordt vervolgens uitgelegd en de leerlingen mogen met de stof gaan werken. Voor extra uitleg is gezorgd als de stof nog niet goed begrepen is en uiteindelijk mogen de leerlingen afsluiten met een toets (afsluiten op kernbegrippen). Om de vakinhoud over te brengen is gekozen voor meerdere didactische toepassingen, bijvoorbeeld een Powtoon met een redelijk snelle uitleg van de nieuwe lesstof en een kennisclip waarin de nieuwe stof visueel en mondeling nog extra wordt uitgelegd. Daarnaast zijn er een aantal Quizlet’s waarbij de leerlingen zelf met lesonderdelen kunnen oefenen. Deze verschillende toepassingen zorgen voor tempodifferentiatie (Berben & van Teeseling, 2018). De leerling kan zo snel gaan als hij zelf wil, waardoor hij zich ‘eigenaar’ zal voelen van zijn eigen leerproces (Geerts & van Kralingen, 2017).
TPACK: Pedagogisch
Deze les is inhoudelijk en uitdagend gemaakt voor alle leerlingen door hen bij elke stap in het arrangement de keuze te geven voor extra uitleg of door te gaan naar een volgend onderdeel omdat ze de stof al goed begrijpen. In deze les zorgen, de elementen van spel, verschillende filmpjes, digitale oefentools en een quiz met een competitief element, ervoor dat het arrangement uitdagend en afwisselend is. Door zelf als voorbeeld, aan het begin van het arrangement, een persoonlijk filmpje te maken over mijn familie wordt er betekenis gegeven aan de stof die wordt gegeven en weten de leerlingen waar ze naar toe werken.
Er is inzicht in het leerproces van de leerling omdat er tijdens het arrangement momenten zijn waarop de leerkracht kan zien hoe de oefeningen gemaakt zijn. Bij de quiz kan gezien worden hoe de leerling voor het eerst met de lesstof aan de slag gaat. Vervolgens kan bij de ‘test final’ bekeken worden of de stof werkelijk begrepen is en de leerling zijn eerdere fouten heeft verbeterd. Het script, wat via ‘google forms’ bij de docent wordt ingeleverd, laat uiteindelijk zien of de leerling in staat is de stof toe te passen in een communicatieve vaardigheid.
Om de vakinhoud beter te kunnen overbrengen met ICT zijn meerdere tools ingezet waaronder Quizlet, Quizizz en Youtubefilmpjes. Hierbij is rekening gehouden met de twaalf principes voor het ontwerpen van multimediaal materiaal (Mayer, 2009). Als voorbeeld is er in de kennisclip met PowerPoint rekening gehouden met het stemprincipe en het signaleringsprincipe. Ook is er op de vragen in het arrangement direct feedback wanneer een antwoord goed of niet goed is. Dit zorgt ervoor dat de leerling zichzelf gelijk kan verbeteren en zijn leerproces kan bijstellen waardoor hij effectiever leert (Geerts & van Kralingen, 2017). De inzet van ICT heeft bijgedragen aan het gedifferentieerd aanbieden van de lesstof doordat de leerling bij iedere stap in het arrangement kan kiezen voor herhalen, extra uitdaging of extra uitleg.
Dit alles is een onderdeel van de grote meerwaarde die digitale middelen hebben. Geerts en van Kralingen (2017) stellen: “Leren lukt beter als de leerling daar zelf sturing aan geeft en daarom is het belangrijk dat de leerling grip heeft op zijn eigen leergedrag en zich vrij voelt om eigen keuzes te maken” (p.40). Dit is voor een heel groot deel te bewerkstelligen met behulp van digitale middelen. Leerlingen kunnen stof overslaan die ze al beheersen, ze kunnen extra uitleg ‘aanklikken’ en extra oefeningen maken en dat allemaal op hun eigen tempo. Dit zorgt ervoor dat iedere leerling zich competent voelt omdat elke taak een digitale ondersteuning heeft en de leerling zijn eigen keuzes kan maken, wat bijdraagt aan de autonomie van de leerling (Geerts & van Kralingen, 2017).
Aan de basis van mijn visie op didactiek ligt het constructivistische gedachtengoed. (Geerts & van Kralingen, 2017) Zo gaat het constructivisme uit van een actieve rol van de leerling wat betreft het eigen leerproces. In een digitaal leerarrangement kiest de leerling zijn eigen pad. Hij kiest welke (digitale) middelen hij nodig heeft om het lesdoel te bereiken. Dit nodigt uit tot een actieve houding van de leerling. Nog een constructivistisch uitgangspunt is dat het leren een individueel proces is. Een leerarrangement zorgt ervoor dat de leerling op zijn eigen tijd de stof leert en kan verwerken. Ook stelt het constructivisme dat voorkennis het vertrekpunt voor nieuwe informatie. Door de nieuwe lesstof te koppelen aan bestaande lesstof krijgt de nieuwe lesstof betekenis en wordt daardoor gemakkelijker onthouden. Deze 3 punten vind ik belangrijk omdat ik het belangrijk vind dat een leerling wordt gestimuleerd in het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Ook kan in een digitaal leerarrangement gemakkelijk worden gedifferentieerd. Daardoor heeft de leerling altijd het gevoel competent te zijn wat uitmondt in een enthousiaste, blije en gemotiveerde leerling. Als ik de mogelijkheden van digitaal toetsen bekijk, is ook daar veel te winnen. Binnen het toetsen zelf zijn al verschillende mogelijkheden: Een competitieve toets zoals een KAHOOT!, een Quizizz of een Quizlet maken het toetsen leuk en uitdagend. De digitale toetsen in Google Forms of een wikiwijstoets kunnen gemakkelijk gebruikt worden voor het geven van directe feedback. Dit zorgt voor een snel inzicht in het leerproces van elke leerling en dat maakt het, voor mij als docent en voor de leerlingen, uiteindelijk afwisselend, efficiënt en effectief.