Kennis en kunde die de vakcoach/werkplekbegeleider nodig heeft
Match van zichzelf met de taak van vakcoach/werkplekbegeleider
Rollen en positie van zichzelf als vakcoach/werkplekbegeleider
De deelnemer (kennis en kunde):
Kan de begeleidingsbehoefte en –noodzaak van de student, samen met de student, in beeld brengen en daar deel van zijn in zijn rol als vakcoach/werkplekbegeleider;
Kan effectieve begeleidingsgesprekken voeren:
Is zich bewust van drie posities in een gesprek;
Kan structuur aanbrengen en bewaken in begeleidingsgesprekken;
Kan het onderscheid maken tussen inhoud, procedure en interactie in een gesprek;
Kan in de begeleiding bewust de mate van sturing aanpassen aan zowel behoefte als noodzaak;
Kan luisteren, samenvatten, parafraseren, doorvragen, adviseren en confronteren;
Onderscheid observatie, interpretatie, en oordeel/mening en kan eigen oordeel/mening uitstellen.
Deze doelen staan in verbinding met de leeruitkomst van de training in haar geheel:
De deelnemer geeft vorm aan een begeleidingstraject van een docent in opleiding, dat aansluit bij zijn/haar leerbehoefte en/of -noodzaak en aansluit bij de opleidings- en ontwikkelingsfase waarin hij/zij zich bevindt.
Daarnaast heeft de deelnemer een beeld van zichzelf als begeleider van leraren in opleiding en hoe hij/zij als begeleider voor deze doelgroep wil en kan functioneren.