Indien je een onvoldoende hebt behaald voor de instaptoets, herhaal je de uitleg van de lidwoorden.
Het lidwoord hoort bij het zelfstandig naamwoord.
In het Frans geeft het lidwoord het geslacht (mannelijk of vrouwelijk) en getal (enkelvoud of meervoud) aan.
Bepaald lidwoord
Nederlands: de, het
In het Frans zijn er vier vormen. Drie voor enkelvoud, één voor meervoud.
mannelijk enkelvoud - le
vrouwelijk enkelvoud - la
enkelvoud klinkerbotsing - l'
meervoud - les
Klinkerbotsing gebeurt wanneer het ene woord eindigt op een klinker en het volgende woord begint met een klinker of een stomme h.
Le, la en l' vertaal je met de of het, dat hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
Les vertaal je altijd met de.
Onbepaald lidwoord
Nederlands: een
In het Nederlands komt dit alleen voor in het enkelvoud. In het Frans bestaat het ook in het meervoud.
Er zijn twee vormen voor het enkelvoud en één vorm voor het meervoud in het Frans.
mannelijk enkelvoud - un
vrouwelijk enkelvoud - une
meervoud - des
Un en une vertaal je met een.
Des vertaal je niet. In het Nederlands hebben wij daar geen woord voor.
In het Frans staat er dus altijd een lidwoord!
Tot slot een schema met alle lidwoorden:
bepaald lidwoord | onbepaald lidwoord | |
mannelijk enkelvoud | le (l') | un |
vrouwelijk enkelvoud | la (l') | une |
meervoud | les | des |