- Acute lymfatische leukemie (ALL)
Jonge witte bloedcellen in het beenmerg rijpen niet uit, maar blijven zich ongeremd delen. Deze cel kopieën noemen we blasten. Deze cellen delen zich ongecontroleerd omdat ze niet meer reageren op signalen uit de omgeving, hierdoor komen er veel abnormale witte bloedcellen in het beenmerg en het bloed. Dit kan resulteren in een vergrote milt, vergrote lever of vergrote lymfeklieren.
Acute lymfatische leukemie wordt onderverdeeld in 2 soorten. B-cel-ALL of T-cel-ALL. Beide cellen (zowel B als T) ontwikkelen zich in het beenmerg, alleen de B-cel verplaatst zich daarna naar de bloedstroom en de t-cel verhuist naar de Thymus. Dit is een klier in de borstholte.
Omdat bij T-cel-ALL vaak de lymfeklieren vergroot zijn, kan dit benauwdheid veroorzaken. Het is daarom soms nodig om deze lymfeklieren te bestralen om deze benauwdheid tegen te gaan, verder is de behandeling hetzelfde. Deze behandeling kan bestaan uit chemotherapie, stamceltransplantatie of doelgerichte therapie.
- Chronische lymfatische leukemie (CLL)
Deze vorm ontstaat in de lymfeklieren, en is in Nederland de meeste voorkomende vorm van Leukemie. Lymfocyten zijn een bepaald soort witte bloedcellen die belangrijk zijn voor het afweersysteem, deze ontstaan in het beenmerg en rijpen vervolgens verder uit. Lymfocyten zitten zowel in het bloed als in het lymfestelsel.
Gewoonlijk sterven cellen na verloop van tijd af. Dit proces heet apoptose. Bij CLL is er een verstoorde apoptose van de B-lymfocyten waardoor deze niet alleen niet goed werken en niet op de normale manier doodgaan, maar ook sneller delen dan normaal. Dit zorgt ervoor dat kwaadaardige B-lymfocyten zich ophopen in het lymfestelsel, het bloed of het beenmerg.
Hierdoor ontstaat een tekort aan:
Ongeveer de helft van de patienten met CLL ondervindt geen klachten, de behandling van CLL kan bestaan uit de volgende onderdelen:
• waakzaam wachten (‘wait and see’)
• chemotherapie
• immunotherapie
• doelgerichte therapie
• stamceltransplantatie
• ondersteunende behandelingen