De trachea sluit aan op de het ringkraakbeen van het strottehoofd. Hij loopt ventraal van de slokdarm vanuit het halsgebied recht naar beneden tussen de beide longen in het mediastinum. In de wanden van de trachea en hoofdbronchiën zitten hoefijzervormige kraakbeenstukken die het lumen openhouden. De wand van de trachea bestaat uit glas spierweefsel dat bedekt is met slijmvlies. Ook kan in de luchtpijp door prikkeling een hoestreflex worden opgewekt.
De trachea splits zich in een linker- en rechterhoofdbronchius. Dit zijn de hoofdbronchiën die de lucht naar de linker- en rechterlong voeren. De achterwand van de trachea en de hoofdbronchiën bevatten geen kraakbeen. De kraakbeen-hoefijzers hebben daar hun opening.
Bron afbeelding: powerpoint Renate
Het slijmvlies in de trachea en de hoofdbronchien heeft een zelfde fucntei als het neus-slijmvlies. Door de beweging van de trilharen wordt het slijnmlaagje waarin vuil gevangen is, bewogen in de richting van het strottehoofd en de keelholte. Het slijm wordt vervolgens doorgeslikt. Ziektekiemen worden door het maagzuur onschadelijk gemaakt.
De twee hoofdbronchiën vertakken zich verder. De rechterhoofdbronchus splitst in drie grote bronchiën de linker in twee takken.
Deze grote bronchiën vertakken steeds verder tot uiteindelijk de bronchiolen, de allerfijnste vertakkingen met een doorsnede van 1 mm.
4 longblaasjes (alveoli) 5 zuurstofarm bloed 6 zuurstofrijk bloed
De bronchiolen monden uit in longtrechtertjes. Elk longtrechtertje heeft tientallen trosvormige uitstulpingen, de longblaasjes (alveoli pulmonales). Een longblaasje heeft een wand van plaatepitheel (eenlagig plaveiselepitheel) op een basaalmembraan en wordt bedekt door een dicht capillairnetwerk.
In de ongeveer 900 miljoen longblaasjes (= het longweefsel) vindt gaswisseling plaats.
Bron: https://website.thiememeulenhoff.nl/anatomiefysiologie/artikelen/samenvattingen/9.-ademhalingsstelsel.html
Bron: Functionele Anatomie van de Mens, Ludo Gregoire, 1990