De oorsprong van het getal pi
Al heel lang zijn wiskundigen aan het bedenken geweest hoe je de omtrek van een cirkel kan berekenen. Ongeveer 4000 jaar geleden ontdekten de Babyloniƫrs al dat de omtrek van een cirkel ongeveer drie keer zo lang was als de diameter. Ook op papyrus van de Oude Egyptenaren werd een getal in deze richting ontdekt. De Griek Archimedes maakte en begin aan de theorie van het getal pi. Hij berekende dat het getal ergens tussen 3,140845 en 3,142857 in lag. Daarna duurde het nog eeuwen voordat een aanzienlijk aantal cijfers achter de komma werd berekend. De Duits/Nederlandse wiskundige Ludolph van Ceulen berekende het getal pi tot op 35 decimalen. Tot 1706 werd pi de constante van Archimedes genoemd. In dat jaar werd het getal door William Jones gelinkt aan de Griekse letter . De Britse William Shanks had het getal pi tot 707 cijfers achter de komma berekend, maar in 1944 bleek dat hij een fout had gemaakt en klopte zijn berekening tot het 527e getal. Na de uitvinding van de computer kon het getal tot ver achter de komma worden uitgerekend. Het wereldrecord staat op 10 triljoen cijfers achter de komma.
De omtrek van een cirkel is dus te berekenen door .