2.2 De neus: de functies

Het inademen door de neus heeft vier functies. Die hebben alle vier te maken met de kwaliteit van de lucht: de lucht wordt gezuiverd, verwarmd, bevochtigd en gekeurd.

Zuivering van de lucht:

Grote deeltjes zoals zand en stof worden door neusharen bij de neusingang gefilterd. Het kleverige slijm van het neusepitheel vangt ook veel verontreinigingen op. Door bewegingen en trillingen komt deze slijm uiteindelijk los en gaat dit via de neusholte naar de neus-keelholte. Tweederde komt uiteindelijk terecht in de maag en daar zorgt het maagzuur ervoor dat eventuele ziektekiemen onschadelijk worden gemaakt. De rest wordt verwijderd op andere manieren zoals: snuiten, niezen, opsnuiven.

Verwarming van de lucht:

De lucht van buiten is vaak kouder dan de lichaamstempratuur. Het oppervlakkig capillairnetwerk draagt de warmte van het bloed over naar de ingeademde lucht. Hierdoor wordt voorkomen dat het longweefsel te veel afkoelt.

Bevochtigen van de lucht:

Het is belangrijk om de lucht te bevochtigen. Als dit niet gebeurt droogt het longweefsel uit. Ook zorgt het voor de optimale gaswisseling. In de neusholte wordt vocht afgegeven aan de ingeademde lucht. De verdamping van traanvocht dat in de onderste neusgangen terecht komt zorgt hier ook voor.

Keuring van de lucht:

Het reukepitheel boven in de neusholte geeft informatie af over de ingeademde lucht. De functie hiervan is beschermen maar ook genieten.