1.6 Bloedstolling

Bloedstolling ook wel hemostase genoemd heeft 3 belangrijke fases;

1. vasoconstrictie: het samentrekken van het bloedvat.

2. aggregatie: prop vorming.

3. coagulatie: fibrine vorming.

Als we een wond hebben willen we de bloeding zo snel mogelijk stoppen. Na enkele seconden knijpen de bloedvaten op de beschadigde plek samen. Waardoor er minder bloed stroomt en je minder bloed zal verliezen. Doordat het bloed langzamer stroomt kan het bloed makkelijker een stolsel vormen. Het stolsel wordt gevormd door bloedplaatjes en fibrine.

Het activeren van de bloedplaatjes en het maken van fibrine gebeurt apart van elkaar. Bij schade aan een vaatwand komt collageen vrij te liggen. De bloedplaatjes zullen zich hieraan binden. Een gebonden bloedplaatje zal worden geactiveerd waar door hij stoffen gaat uitscheiden die meer bloedplaatjes activeren. Hierdoor zullen de bloedplaatjes zich samenbinden en dakpansgewijs opstapelen.

Fibrine is een draadvormig eiwit in het bloedplasma. Hieruit ontstaat een stevig net die de bloed cellen zal opvangen, en de bloeding zal stoppen.

bron: Malmberg

 

Propvorming en bloedstolling

1 = Vatwant

2 = Bloedplaatje

3 = Beschadeging

4 = Rode bloedcel

5 = Propvorming

6 = Fibrinedraden

 

 

 

Hier onder staan drie vragen, probeer deze te maken zonder terug te kijken in de tekst. Tip: lukt dit niet, pak even de tekst erbij.