Casus borderline

Jullie hebben het filmpje bekeken met de uitleg voor de eindopdracht.

De casus:

Monique is een tweedejaars student die bij jij begeleidt en coacht tijdens de opleiding. Bij eerste kennismaking gaf Monique aan dat ze gevoelig is voor prikkels en dat structuur fijn voor haar is.

Wanneer Monique aangesproken word door docenten tijdens de les, is het altijd de vraag hoe ze reageert. Van collega’s krijg je meerdere malen te horen dat ze een ‘rot’ kind is en de klas op stelten zet wanneer Monique het ergens niet mee eens is.

Tijdens de coachles spreek je Monique hierop aan. Ze is heel begripvol en geeft aan het niet zo te bedoelen. Thuis zijn er wat problemen maar daar laat Monique verder niks over los. Ze geeft aan het nu weer op orde te hebben.

Jij als coach voelt aan dat er meer aan de hand met Monique en besluit haar komende tijd in goed in de gaten te houden. Meerdere keren is je opgevallen dat Monique ondanks de warme temperatuur buiten altijd truien aanheeft met lange mouwen. Laatst deelde jij tijdens de les papieren uit waarbij je per ongeluk tegen de arm van Monique aanstootte. Monique trok een pijnlijk gezicht en zei ‘auw’. Snel keek ze rond in de klas dat niemand het gehoord had. Door dit incident ben je aan het denken gezet.

 

Folder borderline