Bij een neurocognitieve stoornis treed er een verandering op in je hersenen, waardoor je denkvermogen achteruit gaat. Het functioneren van je hersenen word aangetast. Dementie en delier zijn de bekendste neurocognitieve stoornissen.
Een neurocognitieve stoornis kan verschillende oorzaken hebben:
Hersenbloeding: een bloedvat in de hersenen barst of raakt (geheel of gedeeltelijk) verstopt, waardoor hersenweefsel afsterft en een neurocognitieve stoornis zich ontwikkelt. Bij circa 30% van de mensen ontstaat vasculaire dementie in de eerste maanden na de hersenbloeding.
Genetische kwetsbaarheid: dit komt vooral bij Alzheimer voor.
Meerdere kleine infarcten: schade van de cortex (leren, geheugen en taal).Het kan ook zijn dat je ongemerkt meerdere kleine infarcten hebt gehad, waardoor schade in het gebied van de cortex is ontstaan. De cortex speelt een rol bij leren, geheugen en taal.
Middelen- of medicatiegebruik: zoals een Hiv- of andere virusinfectie, de ziekte van Parkinson, de ziekte van Huntington.
Wat zijn de verschijnselen?
Enkele verschijnselen van een neurocognitieve stoornis zijn:
Plotseling optreden van een verlaagd bewustzijn.
Problemen met concentratie, geheugen en oriëntatie.
Hallucinaties en waanideeën.
Moeite met spreken (afasie).
Moeite met herkennen van mensen of voorwerpen (agnosie).
Problemen met het uitvoeren van bepaalde handelingen (apracixie).
Behandeling & begeleiding
Bij een neurocognitieve stoornis word er gewerkt met de cognitieve gedragstherapie en medicijnen.