Tegenstellingen

 

Dit is een stijlfiguur waarbij er twee elementen met een tegenovergestelde betekenis in een zin voorkomen. Het klinkt moeilijk, maar dat is het eigenlijk niet. Kijk maar naar de voorbeelden hieronder. Een tegenstelling kan deze signaalwoorden in de zin hebben staan;

maar, daarentegen, daartegenover.

 

 

1)   Roos is blij, maar Kim is boos.

2)  Kevin houdt van leren, Sara daartegenover speelt liever voetbal.

 

Bij voorbeeld 1 zie je de (elementen) gedeelten van de zin " Blij" en "Boos" voorkomen. Deze gevoelens zijn water en vuur en betekenen het tegenovergestelde van elkaar. Dit is dus een tegenstelling. Je ziet hetzelfde weer terug bij voorbeeld 2. De ene persoon vindt het leuk om te leren en de ander niet. Ze speelt liever voetbal dan dat ze leert. Ook hier is er sprake van een tegenstelling.