Opdracht
Je hebt bij de startopdracht een stamboom gemaakt waarbij je een overzicht hebt gemaakt van een bepaalde eigenschap en hoe die eruit ziet binnen je familie. Bij deze opdracht werk je verder aan die stamboom en verwerk je alle informatie die je net hebt geleerd. Dat doe je in stappen.
Stap 1: Noteer bij iedere persoon het genotype. Je kan zelf kiezen welke letter je daarvoor gebruikt. Zorg er wel voor dat het een letter is waarbij het verschil tussen hoofdletter en kleine letter duidelijk is.
Stap 2: Noteer bij iedere persoon of hij/zij heterozygoot of homozygoot (dominant/recessief) is.
Is je stamboom af? Maak er een foto van en lever die in in Classroom.