Bij een herseninfarct kan je in bepaalde gevallen binnen enkele uren na het ontstaan van de eerste kenmerken een bloedverdunnend medicijn krijgen. Dit lost het bloedstolsel op. Deze behandeling heet trombolyse. Soms kan er tot zes uur na de eerste kenmerken ook een katheter via een bloedvat in de lies worden ingebracht. Langs deze weg kan een arts de klont proberen te verwijderen. Hoe eerder zo’n behandelingen kan starten, hoe groter de kans op een goed herstel is.
Bij een hersenbloeding kunnen medicijnen helpen om de bloedstolling te verbeteren. Bij sommige patiënten stopt de bloeding niet vanzelf. In bepaalde gevallen kan er een operatie nodig zijn om de bloeding te verwijderen. Daarmee zal de druk in de hersenen kleiner worden.
Het is belangrijk dat je snel probeert beter te worden (revalidatie). Vaak al in het ziekenhuis. Het kan zijn dat je last houdt van een of meer handicaps. Dan ga je samen met de revalidatiearts op zoek naar mogelijkheden om hiermee om te leren gaan. Een arts kan je naar iemand doorsturen als extra hulp.
Fysiotherapeuten en ergotherapeuten helpen bij de revalidatie van bewegingsfuncties en normale taken. Ook kan fysiotherapie en ergotherapie je helpen je conditie weer te verbeteren.
Als je last hebt van spraak- taal- en slikproblemen, kan een logopedist je hiermee helpen. Soms heb je nog klachten met je geheugen. Dan kan een psycholoog je helpen om hier mee om te gaan. Zo kun je weer beter in je vel komen te zitten.
6.Latere klachten
Soms komen de klachten pas later aan het licht. Bijvoorbeeld wanneer er thuis of op het werk weer dingen van je worden verwacht. Denk daarbij aan gevolgen als vermoeidheid, moeite met plannen, overprikkeling of geheugenproblemen. Deze klachten zijn voor de buitenwereld onzichtbaar. Maar ze kunnen je dagelijks leven flink remmen. Vraag dan je huisarts naar hulp op het gebied van omgaan met hersenschade: neuropsychologische (cognitieve) revalidatie.